Natuurrapport 2012
Wereldwijd en ook in Vlaanderen loopt de rijkdom aan planten, dieren en natuurlijke leefgebieden drastisch terug. Dat is ook zo in landbouwgebieden. Vele kwetsbare typische soorten voor landbouwgebied zijn achteruitgegaan of zelfs verdwenen. Vooral akker- en weidevogels krijgen rake klappen: hun populaties gaan in heel Europa en ook in Vlaanderen achteruit.
Beheerovereenkomsten zijn een instrument om onder meer de natuur en het leefmilieu in het landbouwgebied opnieuw kansen te geven. In het kader van het tweede programma voor plattelandsontwikkeling (PDPO II) kunnen landbouwers in Vlaanderen vrijwillig maatregelen nemen die goed zijn voor de natuur, het landschap en het milieu. In ruil daarvoor krijgen ze een financiële tegemoetkoming van de overheid. Door hun bedrijfsvoering enigszins aan te passen helpen de landbouwers om milieuen natuurdoelstellingen te realiseren.
Hebben die gesubsidieerde maatregelen ook effect? En hoe kan dat effect verhoogd worden? Dat was de onderzoeksfocus van het Natuurrapport Beleidsevaluatie 2012. Het is een decretale taak van het INBO om te rapporteren over de toestand van de natuur, de te verwachten evolutie van de natuur en de evaluatie van het voorbije beleid. Het onderwerp van het Natuurrapport werd in overleg met de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) en het departement Landbouw en Visserij bepaald. De doelstellingen: het natuurbeleid in landbouwgebied evalueren, voorstellen formuleren om dat beleid bij te stellen en die beleidsvoorstellen uittesten in de praktijk. Het onderzoek peilde in het bijzonder naar de beleidsmaatregelen voor akker- en weidevogels, ganzen en houtduiven, en naar maatregelen om erosie tegen te gaan. Die keuze maakten we op basis van de beschikbaarheid van gegevens. Toch trokken we ook algemene conclusies, want specifieke maatregelen hebben vaak een positief effect op de biodiversiteit in het algemeen.