Hoofdstuk 9

Terug

Hoofdstuk 9

Heiden en heidebeheer

Geert De Blust


Referenties

  1. Aerts R, 1993. Competition between dominant plant species in heathlands. In Aerts R. & Heil G.W. (eds.). Heathlands: Patterns and Processes in a Changing Environment, p.125-151, Kluwer, Dordrecht. Aerts R., Huiszoon A., Van Oostrum J.H.A., Van de Vijver C.A.D.M. & Willems J.H. 1995. The potential for heathland restoration on formerly arable land at a site in Drenthe, The Netherlands. Appl. Ecology 32: 827-835.
  2. Aptroot A & Van Herk K, 2001. Veranderingen in de korstmosflora van de Nederlandse heiden en stuifzanden. De Levende Natuur 102: 150-155.
  3. Assmann T, Boutaud E, Finck P et al., 2016. Halboffene Verbundkorridore: Ökologische Funktion, Leitbilder und Praxis-Leitfaden. Naturscgutz und Biologische Vielfalt, Heft 154. Bundesamt für Naturschuts Bonn – Bad Godesberg.
  4. Arts G, 1990. Deterioration of atlantic soft-water systems and their flora, a historical account. Proefschrift, KUNijmegen.
  5. Bakker PJ, 1987. Diversiteit in de vegetatie door begrazing. In De Bie S., Joenje W. & Van Wieren S.E. (red.) 1987. Begrazing in de natuur. p.150164, Pudoc, Wageningen.
  6. Bastiaens J & Verbruggen C, 1996. Fysische en socio-economische achtergronden van het plaggenlandbouwsysteem in de Antwerpse Kempen. Tijdschrift voor Ecologische Geschiedenis, 1996/1: 26-32.
  7. Bell JR, Wheater CP & Cullen WR, 2001. The implications of grassland and heathland management for the conservation of spider communities: a review. Zool. Lond., 255: 377-387.
  8. Berdowski JJM, 1993. The effect of external stress and disturbance factors on Calluna-dominated heathland vegetati3on. In Aerts R. & Heil G.W. (eds.). Heathlands: Patterns and Processes in a Changing Environment, p.85-124, Kluwer, Dordrecht.
  9. Berendse F & Aerts R, 1984. Competition between Erica tetralix L. and Molinia caerulea (L.) Moench as affected by the availability of nutrients. Oecologia Pl. 5: 314.
  10. Bijlsma RJ, de Waal RW & Verkaik E, 2009. Natuurkwaliteit dankzij extensief beheer. Nieuwe mogelijkheden voor beheer gericht op een veerkrachtig bos- en heidelandschap. Wageningen, Alterra, Alterra-rapport 1902. 111p.
  11. Bijlsma RJ, van Delft SPJ, Loeb R et al., 2020. Kansen voor oude droge heide in het heidelandschap. Rapport nummer 2020/OBN240-DZ, VBNE, Driebergen.
  12. Bobbink R & Heil GW, 1993. Atmospheric deposition of sulphur and nitrogen in heathland ecosystems. In Aerts R. & Heil G.W. (eds.). Heathlands: Patterns and Processes in a Changing Environment, p.25-50, Kluwer, Dordrecht.
  13. Bobbink R, Weijters M, van der Bij A et al., 2016. Het belang van bodemleven bij heideherstel op voormalige landbouwgrond. Vakblad Natuur Bbos Llandschap, maart 2016: 10-13.
  14. Bokdam J & Gleichman JM, 1989. De invloed van runderbegrazing op de ontwikkeling van Struikheide en Bochtige smele. De Levende Natuur 90: 7- 14.
  15. Bokdam J & Gleichman JM, 2000. Effects of grazing by free-ranging cattle on vegetation dynamics in a continental north-west European heathland. Appl. Ecology 37: 415-431.
  16. Bokdam J & Meurs CBH, 1991. Is bijvoedering van heideschapen nodig ? De Levende Natuur 92: 110-116.
  17. Bokdam J & Wallis de Vries MF, 1992. Forage Quality as a Limiting Factor for cattle Grazing in Isolated Dutch Nature Reserves. Conservation Biology 6: 399-408.
  18. Bokdam J, 2001. Effects of browsing and grazing on cyclic succession in nutrient-limited ecosystems. Vegetation Science 12 : 875-886.
  19. Bonanomi G, Legg C & Mazzoleni S, 2005. Autoinhibition of germination and seedling establishment by leachate of Calluna vulgaris leaves and litter. Community Ecology, 6: 203-208.
  20. Bosbouwvoorlichting, 1987. Themanummer. Het machinaal plaggen van heide. Bosbouwvoorlichting, 26, nr.5.
  21. Brouwer E, Verheggen GM & Roelofs JGM, 2000. Effectgerichte maatregelen tegen verzuring en eutrofiëring van oppervlaktewateren. Eindrpport monitoringsprogramma derde en laatste fase. Afd. Aquatische Oecologie en Milieubiologie, KUNijmegen, 82p.
  22. Brouwer E, Lucassen E, Smolders A et al., 2008. Vennen kunnen verzuipen. H2O 19: 89-91.
  23. Brys R, Jacquemyn H & De Blust G, 2005. Fire increases aboveground biomass, seed production and recruitment success of Molinia caerulea in dry heathland. Acta Oecologica, 28: 299-305.
  24. Bruggink M, 1993. Seedbank, germination, and establishment of ericaceous species in heathland. In Aerts R. & Heil G.W. (eds.). Heathlands: Patterns and Processes in a Changing Environment, p.153-180, Kluwer, Dordrecht.
  25. Brunsting AMH & Heil GW, 1985. The role of nutrients in the interactions between a herbivorous beetle and some competing plant species in heathlands. Oikos 44: 23-26.
  26. Brys R, Jacquemyn H & De Blust G, 2005. Fire increases aboveground biomass, seed production and recruitment success of Molinia caerulea in dry heathland. Acta Oecologica 28: 299–305.
  27. Bugter R, 2001. Het gebruik van verspreidingsgegevens bij ruimtelijke analyses. De Levende Natuur 102: 177-182.
  28. Bullock JM & Pakeman RJ, 1997. Grazing of lowland heath in England: management methods and their effects on heathland vegetation. Biological Conservation 79: 1-13.
  29. Burny J, 1999. Bijdrage tot de historische ecologie van de Limburgse Kempen (1910 – 1950). Tweehonderd gesprekken samengevat. Natuurhistorisch Genootschap in Limburg, reeks XLII aflevering 1. 211p.
  30. Buskens RFM & Zingstra HL; 1988. Beuven: verwording en herstel. De Levende Natuur 89: 3442.
  31. Daniëls FJA & Krüger O, 1996. Veranderingen in droge stuifzandbegroeiingen bij Kootwijk na kappen en verwijderen van Grove dennen. Stratiotes, nr. 13: 37-56.
  32. De Beelde T, 2002. Herstel van een bijzonder heidebiotoop in het natuurreservaat het Maldegemveld , (Oost-Vlaanderen): een tussentijdse balans. Natuur.focus 1: 48-52.
  33. De Blust G & Slootmaekers M, 1997. De Kalmthoutse Heide. Davidsfonds, Leuven. 144p.
  34. De Blust G & Denys L, 1984. Een vegetatie met Illecebrum verticilatum L. en Littorella uniflora (L.) Aschers. op het Groot Schietveld te Brasschaat (Antwerpen, België). Dumortiera 29/30: 4854.
  35. De Blust G, 1977. Littorelletea-vegetaties in de Antwerpse Noorderkempen. Biol. Jaarboek Dodonaea 45: 62-83.
  36. De Blust G, 2007. Heathland, an ever changing landscape. In: Pedroli et al. (eds.). Europe’s living landscapes. Essays exploring our identity in the countryside. Landscape Europe, Wageningen / KNNV Publishing, Zeist: 179-192.
  37. De Graaf M, Verbeek P, Robat S et al., 2004. Lange-termijn effecten van herstelbeheer in heide en heischrale graslanden. Rapport EC-LNV nr. 2004/288-O, Ede.
  38. De Knijf G & Anselin A, 1996. Een gedocumenteerde rode lijst van de libellen van Vlaanderen. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud, nr. 4, Brussel, 90 p.
  39. De Langhe H, 1998. Geschiedenis van de Kalmthoutse Heide. Natuur en Stedenschoon, Antwerpen.
  40. De Smidt JT, 1979. Een voedingsstoffenbalans voor de potstallandbouw. Contactblad voor oecologen 15: 148161.
  41. De Smidt J, 1981. De Nederlandse Heiden. KNNV Meded. Nr. 144, 87p.
  42. Dethioux M, 1960. Vegetatiekaart van België. Kaartblad Aarschot 75W. I.W.O.N.L., Brussel.
  43. Diemont WH, Heijman W.J.M., Siepel H. & Webb N.R. (Eds.). Economy and ecology of heathlands. KNNV Publishing, Zeist, The Netherlands, 462p.
  44. Dorland E, van den Berg L, Bobbink R et al., 2003. Bekalking bij het herstel van gedegenereerde heiden en heischrale graslanden. De Levende Natuur, 104: 144-147.
  45. Dorland E, van den Berg L JL, van den Berg AJ et al., 2004. The effects of sod cutting and additional liming on potential net nitrification in heathland soils. Plant and Soil 265, 267-277.
  46. Driessen B & Geers R, 2009. Landschapsbegrazing met schapen. Gedrag als leidraad bij keuze van traditionele rassen. Natuur.Focus, 8: 135-141.
  47. Dupae E, 2022. Terug naar de heerdgang. Het belang van historische kennis voor het natuurbehoud van vandaag. NATUURFOCUS, 21: 4-12.
  48. Fagundez J, 2013. Heathlands confronting global change: drivers of biodiversity loss from past to future scenarios. Annals of Botany, 111: 151-172.
  49. Geudens G, Verheyen K, De Schrijver A et al., 2005. Adelaarsvaren: beheeropties. Bosrevue, 14: 6-9.
  50. Gimingham CH, 1972. Ecology of Heathlands. Chapman and Hall, London, 266p.
  51. Gimingham CH & De Smidt JT, 1983. Heaths as natural and seminatural vegetation. In: Holzner W., Werger M.J.A. & Ikusima I.(Ed.), Man's impact on vegetation, p.185199, Junk, Den Haag.
  52. Gorissen J, Thoonen M, Gyselinck T et al., 2021. Een halve eeuw brandbeheer op de Mechelse Heide. De Levende Natuur, 122: 190-195.
  53. Grant SA, Milne JA, Barthram GT et al., 1982. Effects of season and level of grazing on the utilization of heather by sheep III. Long-term responses and sward recovery. Grass and Forage Science, 37:311-320.
  54. Grant SA, Torvell L, Common TG  et al., 1996. Controlled grazing studies on Molinia grassland: effect of different seasonal patterns and levels of defoliation on Molinia growth and responses of swards controlled by grazing cattle. Journal of Applied Ecology, 33: 1267-1280.
  55. Haaland, 2004. Het paarse landschap. KNNV Uitgeverij / Natuurpunt.
  56. Härdtle W, Von Oheimb G, Gerke AK et al., 2009. Shifts in N and P budgets of heathland ecosystems: Effects of management and atmospheric inputs. Ecosystems 12: 298-310.
  57. Heidinga HA, 2010. The birth of a desert: the Kootwijkerzand. In Fanta J. & Siepel H. (Eds.). Inland drift sand landscapes. KNNV Publishing, Zeist, The Netherlands, p. 65-79.
  58. Ibe K, Walmsley D, Fichtner A et al., 2020. Provenance- and life-history stage-specific responses of the dwarf shrub Calluna vulgaris to elevated vapour pressure deficit. Plant Ecology, 221: 1219–1232.
  59. Jacquemyn H, Brys R & Neubert MG, 2005. Fire increases invasive spread of Molinia caerulea mainly through changes in demographic parameters. Ecological Applications, 15: 2097-2108.
  60. Ketelaar R, 2001. Verspreidingsgegevens van libellen als instrument bij het herstel van vennen. De Levende Natuur 102: 166-170.
  61. Keienburg T & Prüter J (eds), 2004. Feuer und Beweidung als Instrumente zur Erhaltung magerer Offenlandschaften in Nordwestdeutschland – Ökologische und sozioökonomische Grundlagen des Heidemanagements auf Sandund Hochmoorstandorten. – NNA-Berichte 17. Jg., H. 2. Schneverdingen. 221p.
  62. Kirby, 1992. Habitat management for invertebrates: a practical handbook for invertebrates. RSPB, Management Guides, 150p.
  63. Kirkpatrick H & De Blust G, 2013. Grazing and its impact on productivity and biodiversity in heathlands. In: Diemont W.H., Heijman W.J.M., Siepel H. & Webb N.R. (Eds.). Economy and ecology of heathlands. KNNV Publishing, Zeist, The Netherlands, p. 203-227.
  64. Kooijman AM, Sparrius LB & Sevink J, 2010. Nutrient cycling. In: Fanta J. & Siepel H. (Eds.), Inland drift sand landscapes, KNNV Publishing, Zeist, The Netherlands, p.139-156.
  65. Lake S, Bullock JM & Hartley S, 2001. Impacts of livestock grazing on lowland heathland in the UK. English Nature Reports, Number 422, English Nature, Peterborough, 143p.
  66. Lenders AJW, 2016. Beheer van Adelaarsvaren in Nationaal Park De Meinweg. Natuurhistorisch Maandblad, 105: 118-124.
  67. Loidi J, De Blust G, Campos JA et al., 2020. Heathlands of temperate and Boreal Europe. Elsevier, Encyclopedia of the World’s Biomes, p. 656-668.
  68. Lucassen E, van Roosmalen M, Aben A et al., 2013. Gerichte experimentele herstelmaatregelen voor jeneverbesstruwelen in Limburg. Natuurhistorisch Maandblad 102: 191-194.
  69. Mabelis AA, 1987. Heidefauna en heidebeheer. De Levende Natuur 88: 130140.
  70. Maelfait J-P, Jocque R, Baert L et al., 1990. Heathland management and spiders. Acta Zool. Fennica 190: 261-266.
  71. Massart J, 1903. La 41e Herborisation de la Société. Première journée: Genck. Bull. Soc. Roy. Bot. 41: 208-237.
  72. Masselink AK, 1994. Pionier- en licheenrijke begroeiingen op stuifzanden benoorden de grote rivieren: typologie en syntaxonomie. Stratiotes 8: 32-62.
  73. Meyer-Grünefeldt M, Calvo L, Marcos E et al., 2015. Impacts of drought and nitrogen addition on Calluna heathlands differ with plant life-history stage. Journal of Ecology, 103: 1141-1152.
  74. Meulebrouck K, Verheyen K & Hermy M, 2009. Klein warkruid, de rode draad door de heide Ecologisch onderzoek voor een onderbouwde praktijk. Natuur.Focus, 8: 120-127.
  75. Meurs CBH, 1989. Draagkrachtbepaling van heideterreinen voor jaarrondbegrazing met heideschapen. Landbouwuniversiteit Wageningen, vakgroep Natuurbeheer, verslag nr. 1077.
  76. Michael N, 1996. The lowland heathland management booklet version 2.0 English Nature Science, N° 11, Englich Nature.
  77. Mohamed A, Härdtle W, Jirjahn B et al., 2007. Effects of prescribed burning on plant available nutrients in dry heathland ecosystems. Plant Ecology, 189: 279–289.
  78. Natuurpunt, LIFE Averbode Bos & Heide. Natuurherstel in een landschap vol geschiedenis.
  79. Natuurpunt, 2001. Natuurpunt draagt graag een steentje bij in beheer militair groen. Natuur.blad 1(0): 38-39.
  80. Niemeyer T, Niemeyer M, Mohamed A et al., 2005. Impact of prescribed burning on the nutrient balance of heathlands with particular reference to nitrogen and phosphorus. Applied Vegetation Science 8: 183-192.
  81. Niemeyer M, Niemeyer T, Fottner S et al., 2007. Impact of sod-cutting and choppering on nutrient budgets of dry heathlands. Biological Conservation 134: 344-353.
  82. Nijssen ME & Vogels JJ, 2014. Heidelandschap in ontwikkeling. OBN Deskundigenteam Droog zandlandschap. KNNV Publishing, Zeist.
  83. Odé B, Groen K & De Blust G, 2001. Het Nederlandse en Vlaamse heidelandschap. De Levende Natuur 102: 145-149.
  84. Opdam P & Retel Helmrich V, 1982. De vogelgemeenschappen van de Nederlandse heidevelden. RIN Leersum 82/4.
  85. Pakeman RJ, Hulme PD, Torvell L et al., 2003. Rehabilitation of degraded dry heather Calluna vulgaris moorland by controlled sheep grazing. Biological Conservation, 114: 389-400.
  86. Pakeman RJ & Nolan AJ, 2009. Setting sustainable grazing levels for heather moorland: multi-site analysis. Journal of Applied Ecology, 46: 363-368.
  87. Peeters T, Nijssen M & Esselink H, 2001. Bijen in Nederlandse heidelandschappen. De Levende Natuur, 102: 159-165.
  88. Piessens K, Honnay O, Nackaerts K et al., 2004. Plant species richness and composition of heathland relics in north-western Belgium: evidence for a rescue-effect? Journal of Biogeography 31: 1683–1692.
  89. Piessens K, Honnay O, Devlaeminck R et al., 2006. Biotic and abiotic edge effects in highly fragmented heathlands adjacent to cropland and forest. Agriculture, Ecosystems and Environment, 114: 335-342.
  90. Pinder AC, Gillingham P, Diaz A et al., 2015. A desk review of the ecology of heather beetle. Natural England Evidence Review NEER008, 33p.
  91. Power SA, Ashmore MR, Cousins DA et al., 1998. Effects of nitrogen addition on the stress sensitivity of Calluna vulgaris. New Phytologist, 138: 663-673.
  92. Provoost S, 2004. Het kustecosysteem. In: Provoost S. & Bonte D. (red.). Levende duinen: een overzicht van de biodiversiteit aan de Vlaamse kust. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 22, Brussel: 10-45.
  93. Riksen M, Spaan W & Stroosnijder L, 2008. How to use wind erosion to restore and maintain the inland drift-sand ecotype in the Netherlands? Journal for Nature Conservation 16: 26—43.
  94. Riksen MJPM & Goossens D, 2005. Tillage techniques to reactivate aeolian erosion on inland drift-sand. Soil & Tillage Research, 83: 218-236.
  95. Riksen MJPM, Sparrius LB & Nijssen M, 2020. Beheer en herstel van stuifzanden. OBN Deskundigenteam Droog zandlandschap. KNNV Uitgeverij, Zeist. OBN/VBNE, Driebergen.
  96. Rosa Garcia R, Fraser MD, Celaya R et al., 2013. Grazing land management and biodiversity in the Atlantic European heathlands: a review. Agroforestry Systems 87: 19-43.
  97. Ross S, 2000. Molinia management using sheep grazing preferences. In: Molinia management in ESAs and the uplands. ADAS workshop 14-15 June 2000.
  98. Schaminée JHJ, Stortelder AHF & Weeda EJ, 1996. De Vegetatie van Nederland. Deel 3. Plantengemeenschappen van graslanden, zomen en droge heide. Uppsala, Opulus, 356p.
  99. Siepel H, Riksen M, Nijssen M et al., 2010. Drift sand landscape development, protection and management. In: Fanta J. & Siepel H. (Eds.), Inland drift sand landscapes, KNNV Publishing, Zeist, The Netherlands, p. 335-352.
  100. Smits J & Noordijk J, 2013. Heidebeheer. Moderne methoden in een eeuwenoud landschap. KNNV Uitgeverij, Zeist, 163p.
  101. Smolders A, Lucassen E, Tomassen H et al., 2006. De problematiek van fosfaat voor natuurbeheer. Vakblad Natuur Bos Landschap, april 2006: 5-11.
  102. Sparrius LB & Kooijman AM, 2011. The invasiveness of Campylopus introflexus in recently colonized drift sands depends on nitrogen deposition and soil organic matter. Applied Vegetation Science 14: 221-229.
  103. Sparrius LB & Kooijman AM, 2012. Lange-termijneffecten van een invasie van Grijs kronkelsteeltje in kustduinen en stuifzanden. Rapport Bosschap, bedrijfschap voor bos en natuur, Directie Agrokennis, Ministerie van Economische Zaken, Rapport nr. 2012/OBN156-DKDZ, Den Haag.
  104. Stieperaere H & Timmerman C, 1983. Viable seeds in the soils of some parcels of reclaimed and unreclaimed heath in the Flemish District (Northern Belgium). Soc. Roy. Bot. Belg. 116: 6273.
  105. Strijbosch H, 2001. Het belang van het heidelandschap voor de herpetofauna. De Levende Natuur 102: 156-158.
  106. Strohschneider R, 1997. Feuereinsatz im Naturschutz. Alfred Toepfer Akademie für Naturschutz, NNABer. 10 nr.5.
  107. Taboada A, Marcos E & Calvo L, 2016. Disruption of trophic interactions involving the heather beetle by atmospheric nitrogen deposition. Environmental Pollution, 218: 436-445.
  108. Tack G, Van Den Bremt P & Hermy M, 1993. Bossen van Vlaanderen: een historische ecologie. Davidsfonds, Leuven, 320p.
  109. Ter Heerdt G, Schutter A & Bakker J, 1997. Kiemkrachtig heidezaad in de bodem van ontgonnen heidevelden. De Levende Natuur 98: 142-146.
  110. Thoonen M, Lievevrouw I, Raman M et al., 2021. Klimaatadaptief Natuurbeheer: Het heidelandschap. Rapporten van het Instituut voor natuur- en Bosonderzoek 2021 (36). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.
  111. Tomassen H, Brouwer E & van Kleef H, 2016. Waterpeilfluctuaties in vennen: effecten op stikstofverliezen en fosfaatbinding. Vakblad natuur, bos, landschap; januari 2016, 24-27.
  112. Traets J, 1965. Vegetatiekaart van België. Kaartblad Opoeteren 63E. I.W.O.N.L., Brussel.
  113. Van Beek S, 2005. Drukbegrazing met schapen als methode om vergraste droge heide om te vormen in structuurrijke heide. Vakblad Natuur, Bos, Landschap 2(9): 6-9.
  114. Van Dam H & Mertens A, 2014. Vennen herstellen gedeeltelijk van verzuring. Landschap, 31: 91-100.
  115. Van den Berg L & Roelofs J, 2005. Effecten van veranderingen in atmosferische stikstofdepositie op Nederlandse heide. De Levende Natuur, 106: 190-192.
  116. Van Diggelen R, Bergsma H, Bijlsma R-J et al., Steenmeel en natuurherstel: een gelukkige relatie of een risicovolle combinatie? Vakblad natuur bos landschap, 155: 20-23.
  117. Van Diggelen R, Bobbink R, Frouz J et al., 2021. Converting agricutural lands into heathlands: the relevance of soil processes. In: Stanturf & Callaham (eds.), Soils and Landscape Restoration. Elsevier, Academic Press, p. 357-372.
  118. Van Dyck H, Vanreusel W & Maes D, 2010. Tien jaar soortbeschermingplan Gentiaanblauwtje. En wat hebben we geleerd? Natuur.focus, 9:109-116.
  119. Van Haute E, 1992. Heiboeren. Bevolking, arbeid en inkomen in de 19de-eeuwse Kempen. Belgisch Centrum voor Landelijke Geschiedenis, Publikatie 102, VUBPRESS, Brussel, 423p.
  120. Van Isterdael J, Robijns L & De Blust G, 1990. De schaapkudde op de Kalmthoutse Heide. Onderzoek naar de achtergronden van het beheer, de voeding van de dieren, de rendabiliteit van de kudde en de effectiviteit van het beheer. Rapport KULeuven, Zoötechnisch Centrum.
  121. Van Kimmenaede OHAJ, 1992. Heide en archeologie. De invloed van het plaggen van heideterreinen op het archeologisch bodemarchief, Amsterdam. (= RAAP-rapport, 61)
  122. Van Kleef H, Leuven R, Esselink H et al., 2001. Herstelbeheer in vennen: macrofauna in gevaar? De Levende Natuur 102: 171-172.
  123. van Kleef H, Tomassen H, Brouwer E et al., 2014. Effecten van watertemperatuur, afgenomen verzuring en waterpeilfluctuaties op bodemchemie en fauna. Directie Agrokennis, Ministerie van Economische Zaken. Rapport nr. 2014/OBN188-NZ, Den Haag, 92p.
  124. Van Mullekom M, Smolders F & Timmermans B, 2016. Van landbouw naar natuur. Een efficiënte en effectieve aanpak. Onderzoekcentrum B-Ware en Louis Bolk Instituut, 32p.
  125. Van Turnhout CAM, Stuijfzand SC & Esselink H, 2001. Is het huidige herstelbeheer toereikend voor de heidefauna? De Levende Natuur 102: 183-188.
  126. Van Turnhout C, Brouwer E, Nijssen M et al., 2008. Herstelmaatregelen in heideterreinen; invloed op de fauna. Samenvatting OBN onderzoek en richtlijnen met betrekking tot de fauna. Directie Kennis, Rapport DK nr. 2008/042-O.
  127. Vanhecke L, 1974. Een bijna vergeten en verdwenen site: de Westendse heide. Biol. Jb. Dodonaea 42: 173-181.
  128. Vanswijgenhoven J, ZD. Layman’s Report LIFE project DANAH 2003-2010. FORCES in NATURE. Geïntegreerd natuurherstel op militaire domeinen in Vlaanderen in NATURA 2000-gebieden. Brochure 27p.
  129. Van Uytvanck J & De Blust G (reds), 2012. Handboek voor beheerders. Europese natuurdoelstellingen op het terrein. Deel I. Habitats. Inbo – Lannoo Campus, Tielt.
  130. Verbeek PJM, De Graaf M & Scherpenisse MC, 2006. Verkennende studie naar de effecten van drukbegrazing met schapen in droge heide: effectgerichte maatregel tegen vermesting in droge heide. Rapport DK nr. 2006/dk038-O - Directie Kennis - Ministerie van LNV, Ede.
  131. Verboven H, Verheyen K & Hermy M, 2005. ‘Tot nut van het gemeen …’: over gemene heidegebieden in het Turnhoutse (15e-19e eeuw). Natuur.Focus 4: 45-50.
  132. Vereniging voor Natuur- en Stedenschoon, 1958. Het Guldenboek van de Kalmthoutse Heide. Vijftig getuigenissen over haar wetenschappelijke waarde. Natuur- en Stedenschoon 31/8, 103p.
  133. Verheyen K, Adriaenssens S, Gruwez R et al., 2009. Juniperus communis: victim of the combined action of climate change and nitrogen deposition? Plant biology 11: 49–59.
  134. Verhulst A, 1995. Landschap en Landbouw in Middeleeuws Vlaanderen. Gemeentekrediet, 191p.
  135. Vermeersch G, Slootmaekers D, T’Jollyn F et al., 2012. Grondbroeders en begrazing in heidegebieden. Bevindingen van het veldseizoen 2011 en eerste resultaten van 2012. Vogelnieuws 2012, p. 8-11.
  136. Vogels JJ, van den Burg A, Remke E et al., 2011. Effectgerichte maatregelen voor het herstel en beheer van faunagemeenschappen van heideterreinen – Evaluatie en ontwerp van bestaande en nieuwe herstelmaatregelen (2006-2010). Rapport nr. 2011/OBN152-DZ, DKI-LNV, Ede.
  137. Vogels JJ, Bobbink R, Weijters M et al., 2016. Het droge heidelandschap in de 21e eeuw: aandacht voor mineralogie en historisch landgebruik. De Levende Natuur, 117: 245-250.
  138. Vogels JJ, Weijters MJ, Bobbink R et al., 2020. Barriers to restoration: Soil acidity and phosphorus limitation constrain recovery of heathland plant communities after sod cutting. Applier Vegetation Science, 23: 94-106.
  139. Vogels JJ, Verberk WCEP, Kuper JT et al., 2021. How to Restore Invertebrate Diversity of Degraded Heathlands? A Case Study on the Reproductive Performance of the Field Cricket Gryllus campestris (L.). Frontiers in Ecology and Evolution, 9: 1-12.
  140. Wallis de Vries MF, Bobbink R, Brouwer E et al., 2014. Drukbegrazing en Chopperen als Alternatieven voor Plaggen van Natte Heide: effecten op korte termijn en evaluatie van praktijkervaringen. Rapport OBN191-NZ, Ministerie van Economische Zaken, Den Haag.
  141. Wallis de Vries MF, Bobbink R, Brouwer E et al., 2014b. Effecten van de inzet van gescheperde schaapskuddes bij het heidebeheer in Friesland. Rapport VS2014.004, De Vlinderstichting, Wageningen / Onderzoekscentrum B-Ware, Nijmegen / Stichting Bargerveen, Nijmegen
  142. Wallis de Vries MF, Noordijk J, Sierdsema H et al., 2013. Begrazing in Brabantse heidegebieden – Effecten op de fauna. Rapport VS2012.017, De Vlinderstichting, Wageningen / EIS-Nederland, Leiden / SOVON Vogelonderzoek, Stichting RAVON en Stichting Bargerveen, Nijmegen, 135p.
  143. Wallis de Vries M, Lambrikx N, Noordijk J et al., 2018. Klimaatbestendig heidebeheer voor de fauna. Informatie voor vrijwilligers en beheerders. De Vlinderstichting, EIS Kenniscentrum Insecten, Ravon.
  144. Watt, 1955. Bracken versus heather: a study in plant sociology. of Ecology 43: 490-506.
  145. Webb NR, 1986. Heathlands. The New Naturalist Library. London: Collins.
  146. Weijters M, Van der Bij A, Bobbink R et al., 2015. Praktijkproef heideontwikkeling op voormalige landbouwgrond in het Noordenveld. Resultaten 2011-2014. Uitgave OBN / B-WARE Research Centre, Nijmegen, 2015. ISBN: 978 90 712 4600 5
  147. Zwaenepoel A & Hermy M, 1987. Cicendia filiformis en andere Nanocyperionsoorten in het Vloethemveld (Zedelgem, Snellegem, België): een pleidooi voor biotoopbescherming en beheer. Bull. Soc. Roy. Bot. Belg. 120: 153161.
  148. Zwaenepoel A, Burny J, Jarych R et al. 2014. Historische ecologie in Limburg. Thematische rapportage de Hoge Kempen. Regionaal Landschap Lage Kempen i.s.m. VUB en wvi, in opdracht van de Provincie Limburg, met de steun van Erfgoedcel Mijn-Erfgoed, 283 p.

Opgelet

  • {{validation.errorMessage}}