Hoofdstuk 8

Terug

Hoofdstuk 8

Graslandbeheer

Piet De Becker, Jan Van Uytvanck & Frank Van de Meutter


Referenties

  1. Aertsen J, Demblon D, Goeteyn L et al., 1990. dossier 100 jaar boeren uitg. EPO.
  2. Ameloot E, 2007. Impact of hemiparasitic Rhinanthus spp. on vegetation structure and dynamics of semi-natural grasslands. Doctoraatsproefschrift nr. 734 aan de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de K.U.Leuven.
  3. Bakker J, 1989. Nature management by grazing and cutting – on the ecological significance of grazing and cutting regimes applied to restore former species-rich grassland communities in the Netherlands. Geobotany 14.
  4. Bax I & Schippers W, 1997. Ontwikkeling van botanisch waardevol grasland – veldgids. IKC natuurbeheer Utrecht (Nl)
  5. Bekker RM, 1998. The ecology of soil seed banks in grassland ecosystems. Groningen, Van Denderen.
  6. Bervoets K, 2008. Nieuwe perspectieven voor beheerresten uit natuurgebieden. Natuur.focus 7(2): 54-59.
  7. Beyen & Meire, 2003. Ecohydrology of saline grasslands - consequences for their restoration. Applied Vegetation Science 6: 153-160.
  8. Bokdam J, Van Braeckel A, Werpachowski C et al., 2002. Grazing as a conservation management tool in peatland. Report of a Workshop held at 22-26 april 2002 in Goniadz (Pl)
  9. Buri P, Humbert J-Y & Arlettaz R, 2014. Promoting pollinating insect in intensive agricultural matrices: Field-scale experimental manipulation of hay-meadow mowing regimes and its effects on bees. - PLoS ONE 9(1): e85635.
  10. Burny J, 1999 Bijdrage tot de historische ecologie van de Limburgse Kempen (1910-1950): tweehonderd gesprekken samengevat
  11. Callebaut J, De Bie E, De Becker P et al., 2007. NICHE Vlaanderen. Rapport INBO
  12. Clays S, 1999. Hydrogeologisch en hydrogeochemisch onderzoek van het westelijke deel van de Uitkerske polder bij Wenduine Licentiaatsverhandeling RUGent.
  13. Couckuyt J, 2015. Sinusbeheer: maaibeheer op maat van dagvlinders en insecten, eigen uitgave, 28 pp.
  14. Couvreur M & Hermy M, 2002. Verspreiden van zaden door maai- en graasbeheer. Natuur.Focus 1: 4-8.
  15. De Becker P, Hermy M & Butaye J,  Ecohydrological characterisation of a groundwater-fed alluvial floodplain mire. Journal of Vegetation science 2: 215-228.
  16. De Bie E, Wouters J, Oosterlynck P et al., 2018. Beoordelingskader voor ‘regionaal belangrijke biotopen’ (rbb) en andere natuurstreefbeelden. Eindrapport. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2018 (98). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.
  17. De Mars H, 1998. De andere kant van Biebrza – impressies van een uniek stroomdallandschap BWG Utrecht, Bussum
  18. De Saeger S, Louette G, Oosterlynck P et al., 2013. Historisch Permanent Grasland in de landbouwstreek ‘Polders’ anno 2013. Technisch rapport campagne 2013. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2013 (896909). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.
  19. Decleer K, Bonte D & Van Diggelen R, 2013. The hemiparasite Pedicularis palustris: “Ecosystem engineer” for fen-meadow restoration. J Nat Conserv 21: 65–71.
  20. den Dubbelde K & Bobbink R, 1987. Effecten van stikstofbemesting op de dominantie van Gevinde kortsteel in kalkgrasland. Natuurhistorisch maandblad (76): 179-185.
  21. Dirven J, 1985. De overgangshooilanden Mededeling 75 vakwerkgroep landbouwplantenteelt en graslandkunde, Wageningen (Nl)
  22. Dumortier M & Verlinden A, 1992. Long term experiment on three Flemish grassland sites.
  23. Ellenberg H & Leuschner C, 2010. Vegetation Mitteleuropas mit den Alpen. 6e ed. Verlag Eugen Ulmer, Stuttgart
  24. Eriksson O, Cousins SAO & Bruun HH, 2002. Land-use history and fragmentation of traditionally managed grasslands in Scandinavia. Journal of Vegetation Science 13: 743–748.
  25. FND (Federatie Nederlandse Diervoederketen), 2019. CVB Veevoedertabel 2019 Chemische samenstellingen en nutritionele waarden van voedermiddelen samengesteld door Wageningen Livestock Research (WLR) en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO)
  26. Goossens EP, De Schrijver A, Schelfhout S et al., 2021. Phosphorus puts a mortgage on restoration of species-rich grasslands on former agricultural land. Restoration Ecology. org/10.1111/rec.13523
  27. Grime JP, 2001. Plant Strategies, Vegetation Processes and Ecosystem Properties, John Wiley & Sons Ltd, Chichester.
  28. Hallmann CA, Sorg M, Jongejans E et al., 2017. More than 75 percent decline over 27 years in total flying insect biomass in protected areas. PLoS ONE 12(10).
  29. Heinemann, 1956. Les landes à Calluna du district Picardo-Brabançon en Belgique. Vegetatio (VII ) fasc 2: 99-147.
  30. Hejcman M, Hejcmanova V, Pavlu V et al., 2013. Grass and Forage Science - origin and history of grasslands in Central Europe - a review
  31. Humbert J-Y, Ghazoul J & Walter T, 2009. Meadow harvesting techniques and their impacts on field fauna. Agriculture, ecosystems and environment, 130: 1-8.
  32. Humbert J-Y., Ghazoul J, Richner N et al., 2012. Uncut grass refuges mitigate the impact of mechanical meadow harvesting on orthopterans. Biological Conservation, 152: 96-101.
  33. Humbert J-Y, Ghazoul J, Sauter GJ & Walter T, 2010. Impact of different meadow mowing techniques on field invertebrates. Journal of applied entomology, 134: 592-599.
  34. Humbert J-Y, Pellet J, Buri P et al., 2012. Does delaying the first mowing date benefit biodiversity in meadowland? A meta-analysis. Environmental Evidence: 1–9.
  35. Huybrechts W, 1989. Palaeohydrologic conditions in the Mark River basin during the last 15,000 years. Geologie en Mijnbouw 68: 175-187, 1989
  36. Klapp E, 1965. Grunlandvegetation und standort nach beispielen aus Mittel-, West- und Süd-Deutschland. P.Parey Verlag Berlin-Hamburg.
  37. Kleijn D, Dimmers W, van Kats R et al., 2009. Het belang van hoog waterpeil en bemesting voor de Grutto: I. De vestigingsfase. De Levende Natuur  110(4): 180-183.
  38. Kleijn D, Dimmers W, van Kats R et al., 2009. Het belang van hoog waterpeil en bemesting voor de Grutto: II. de kuikenfase. De Levende Natuur 110(4): 184- 187
  39. Kooijmans LL, 2012. Holland op z’n wildst? De Vera-hypothese getoetst aan de prehistorie. De Levende Natuur 113(2): 62-66.
  40. Korevaar H, 1986. Productie en voederwaarde van gras bij gebruiks- en bemestingsbeperking voor natuurbeheer. Proefstation voor rundvee- en paardenhouderij. Lelystad (Nl)
  41. Kotowsky W, van Diggelen R & Kleinke E, 1998. Behaviour of wetland species along a moisture gradient in two geographically distant areas. Acta botanica Neerlandica 47: 337-349.
  42. Krauss J, Bommarco R, Guardiola M et al., 2010. Habitat fragmentation causes immediate and time-delayed biodiversity loss at different trophic levels. Journal of vegetation Science  13(5): 597–605.
  43. Kuijken E, Verscheure C & Meire P, 2005. Ganzen in de Oostkustpolders: 45 jaar evolutie van aantallen en verspreiding Natuurpunt.Oriolus 71: 21-42.
  44. Kuiper M, 2019. Gras en grutto: ervaringen in Amstelland. De Levende Natuur 120(4): 139-143.
  45. MacDonald D, Crabtree JR, Wiesinger G et al., 2000. Agricultural abandonment in mountain areas of Europe: Environmental consequences and policy response. J. Environ. Manag. 59: 47–69.
  46. Maes D, Vanreusel W & Van Dyck H, 2013. Dagvlinders in Vlaanderen. Nieuwe kennis voor betere actie. Uitgeverij LannooCampus, 542 pp.
  47. Menner V, Van Look W & Burny J, 2013. Koersel – van Neusenberg tot Spiekelspade
  48. Onrust J, 2017. Earthworms & birds. PhD-thesis, Rijksuniversiteit Groningen.
  49. Oosterveld EB, 2006. Betekenis van waterpeil en bemesting voor weidevogels. De Levende Natuur 107(3): 134-137
  50. Oosterveld, EB & Altenburg W, 2004. Kwaliteitscriteria van weidevogelgebieden. A&W rapport 412. Altenburg & Wymenga. Ecologisch Onderzoek BV, Veenwouden.
  51. Peterken G, 2013 Meadows. The British wildlife collection: 2.
  52. Poschlod P & Wallis De Vries MF, 2002. The historical and socioeconomic perspective of calcareous grasslands – lessons from the distant and recent past. Biological Conservation 104: 361–376.
  53. Pöyry J, Luoto M, Paukkunen J et al., 2006. Different responses of plants and herbivore insects to a gradient of vegetation height: an indicator of the vertebrate grazing intensity and successional age. Oikos 115:401–412
  54. Purschke O, Schmid BC, Sykes MT et al., Contrasting changes in taxonomic, phylogenetic and functional diversity during a long‐term succession: insights into assembly processes. Journal of Ecology  101: 857-866.
  55. Redhead JW, Sheail J, Bullock JM et al., 2014, The natural regeneration of calcareous grassland at a landscape scale: 150 years of plant community re‐assembly on Salisbury Plain, UK. Applied Vegetation Science 17: 408-418.
  56. Rodwell JS (ed), 1992 British Plant Communities. Volume 3. Grassland and montane communities. Cambridge University Press.
  57. Schaminée J, Stortelder A & Weeda, 1996. De vegetatie van Nederland deel 3: plantengemeenschappen van graslanden, zomen en droge heiden. Opulus Press, Uppsala.
  58. Schekkerman H & Teunissen WA, 2006. Predatie: een probleem erbij voor onze weidevogels? De Levende Natuur 107(3): 121–125.
  59. Schelfhout S, 2019. Restoration of species-rich Nardus grasslands via phosphorus-mining. PhD-thesis, Ghent University.
  60. Schelfhout S, De Schrijver A, Vanhellemont M et al., 2019. Phytomining to re-establish phosphorus-poor soil conditions for nature restoration on former agricultural land. Plant & Soil 440: 233–246.
  61. Schipper A, Zeefat R, Tanneberger F et al., 2007 Vegetation characteristics and ecohydrological processes in a pristine mire in the Ob river valley Western Siberia. Plant Ecology 193: 131-145.
  62. Schmidt M, Rocker S, Hanafi J et al., 2008. Rotational fallows as overwintering habitat for arthropods: the case of spiders in fen meadows. Biodiversity and conservation, 17 (12): 3003-3012.
  63. Schroeder J, Hinsch M, Hooijmeijer J et al., 2009. Faillissement dreigt voor Nederlandse weidevogelbeleid. De Levende Natuur 110(7): 333–338.
  64. Seibold S, Gossner MM, Simons NK et al., 2019. Arthropod decline in grasslands and forests is associated with landscape-level drivers. Nature 574: 671–674.
  65. Sival F, Chardon W & van de Werft M, 2004. Natuurontwikkeling op voormalige landbouwgronden in relatie tot beschikbaarheid van fosfaat: evaluatie van verschralingsmaatregelen. Alterra Wageningen (Nl)
  66. Stieperaere H, 1990. De heischrale graslanden (Nardetea) van Atlantisch Europa. Proefschrift voorgelegd tot het behalen van de graad van Doctor in de Wetenschappen, groep Plantkunde. UGent.
  67. Stip A & Van Swaay CAM, 2020. Effecten van sinusbeheer op biodiversiteit in Noord-Brabant. Rapport VS2020.028, De Vlinderstichting, Wageningen.
  68. Tack G, Van den Brempt P & Hermy M, 1993. Bossen van Vlaanderen – een historische ecologie. Davidsfonds Leuven.
  69. Thompson K & Bekker RM, 1997. Soil seed banks of NW Europe: methodology, density and longevity. Cambridge, Cambridge University Press.
  70. Van de Meutter F, Gyselings R & Van den Bergh E, 2016. Onderzoek naar de inrichting van binnendijkse zilte graslanden. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2016 (INBO.R.2016.11491582). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.
  71. Van der Aa B, Vriens L, Van Kerckvoorde A et al., 2015. Effecten van klimaatverandering op natuur en bos. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2015 (INBO.R.2015.9952476). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.
  72. Van Gompel J, 2015. Landbouw als partner in het beheer van de Uitkerkse Polder Samen aan de slag voor het behoud van poldergraslanden en weidevogels. Natuur.Focus 14(1): 4-10.
  73. van Swaay CAM, van Strien AJ, Harpke A et al., 2010. The European Butterfly Indicator for Grassland species 1990- 2009. Report VS2010.10. Wageningen. De Vlinderstichting.
  74. van Swaay CAM, Warren M & Loïs G, 2006. Biotope use and trends of European butterflies. Journal of Insect Conservation 10 (2): 189-209.
  75. Van Uytvanck J, Milotic T & Hoffmann M, 2010. Nitrogen depletion and redistribution by free-ranging cattle in the restoration process of mosaic landscapes: the role of foraging strategy and habitat proportion. Restoration Ecology 18: 205–216.
  76. Van Uytvanck J & De Blust G (red), 2012. Handboek voor beheerders – Europese natuurdoelstellingen op het terrein. Deel I. Habitats. Lannoo Campus Leuven. 302 pp.
  77. Van Uytvanck J & Goethals V (red), 2014. Handboek voor beheerders – Europese natuurdoelstellingen op het terrein. Deel II. Soorten. Lannoo Campus Leuven, 348 pp.
  78. Van Uytvanck J, 2014. Ecoprofiel 4. Dieren van structuurrijke graslanden in een kleinschalig landschap. In: Van Uytvanck J & Goethals V (red.). Handboek voor beheerders – Europese natuurdoelstellingen op het terrein. Deel II. Soorten. p. 81-93. Lannoo Campus Leuven.
  79. Veldman JW, Buisson E, Durigan G et al., 2015. Toward an old‐growth concept for grasslands, savannas, and woodlands. Frontiers in Ecology and the Environment 13: 154-162.
  80. Verbeke W, Gybels R, Meers et al., 2013. Graskracht: eindrapport. Inverde, Brussel.
  81. Wassen M, 1996. Nat, eutroof en helder. Hydro-ecologie van een nagenoeg natuurlijke overstromingsvlakte. Biebrza, Polen. Landschap 13: 193-205
  82. Weeda E, de Bruyn O, Eysink A et al., 1993. Blauwgraslanden in Twente: schatkamers van het natuurbehoud. Stichting uitgeverij Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische vereniging ism Stichting het Overijsels Landschap.
  83. Westhoff V, Bakker P, van Leeuwen C et al., 1973. Wilde planten – flora en vegetatie in onze natuurgebieden Deel I algemene inleiding, duinen en zilte gronden. Vereniging voor behoud van Natuurmonumenten Nederland
  84. Wheelmer B, 1995. introduction: restoration of wetlands in Wheeler B, Shaw S, Fojt W & Robertson R (reds.) Restoration of temperate wetlands Wiley
  85. Wilson J, Peet R, Dengler J et al., 2012. Plant species richness: the world records Journal of Vegetation Science 23: 796–802
  86. Wouters J, 1973. Histoires des environnements de Bruxelles. Culture & civilisation, Bruxelles.
  87. Wynhoff I, 1989. De bescherming van vlinders van grasland en ruigte. Vlinders 4(3): 25-30.
  88. Zwaenepoel A, 1998. Werken aan de berm! Handboek botanisch bermbeheer. Stichting leefmilieu i.s.m. Aminal Afdeling Natuur.
  89. Zwaenepoel A, T’Jollyn F, Vandenbussche V et al., 2002. Systematiek van natuurtypen voor het biotoop grasland. Onderzoeksprogramma MINA 102/99/01. WVI, UGent & Instituut voor natuurbehoud.
  90. Devos K & Spanoghe G, 2014. Overwinterende watevogels op graslanden en akkers. In: Van Uytvanck & Goethals, Handboek voor beheerders – Europese natuurdoelstellingen op het terrein. Deel II. Soorten, Lannoo Campus Leuven, p. 52-61.
  91. Spanoghe G & Devos K, 2014. Broedvogels van natte graslanden. In: Van Uytvanck & Goethals, Handboek voor beheerders – Europese natuurdoelstellingen op het terrein. Deel II. Soorten, Lannoo Campus Leuven, p. 64-76.
  92. Oomes MJM, 1990. Changes in dry matter and nutrient yields during restoration of species-rich grasslands. Journal of Vegetation Science 1: 333-338.
  93. Van Den Berge K & Gouwy J, 2021. Roofdieren in opmars: Nieuwe context, nieuwe uitdagingen? Natuurfocus, 20(2), 73-82.

Opgelet

  • {{validation.errorMessage}}