Mosasaurus met perensiroop
Miljoenen jaren geleden zwaaiden de dino’s de plak op aarde. Ze verschenen ten tonele op het einde van het Trias (230 miljoen jaar geleden), floreerden tijdens het Jura en het Krijt, tot ze 65 miljoen jaar geleden plots uitstierven. Ons land was aan het einde van die periode bedekt door een tropische zee, waarin de machtige Mosasaurus rondzwom. Wist je dat deze kolos werd genoemd naar de rivier de Maas, waar de eerste fossielen van dit dier gevonden werden? En dat er in de streek van Voeren en Riemst ook nog andere overblijfselen van dieren en gesteenten uit die tijd te terug te vinden zijn? En dat de bodems uit die streek zorgden voor een heel bijzonder streekproduct? We gaan op pad met paleontoloog Johan, geoloog Rudy en bodemkundige Karen voor een wandeling door dinoland.
Wat zijn mergelstenen?
In het uiterste, meest zuidwestelijke hoekje van Vlaanderen, op de grens met Nederland en Wallonië kunnen we nog stenen uit het Krijt vinden. Dat zijn een soort kalkstenen, die lokaal ‘“mergel’” genoemd worden, maar eigenlijk gaat het om het gesteente krijt dat tijdens de Krijtperiode massaal gevormd werd. Je vindt hetzelfde krijtgesteente ook terug in de imposante witte kliffen van Calais en Dover. Geologen hebben een handig trucje om te testen of een steen uit kalk bestaat: als je er zuur op druppelt, zal een kalksteen bruisen. Krijtstenen zijn licht en gemakkelijk te zagen, daarom werden ze gebruikt als bouwmateriaal. Hier en daar kan je er fossielen in ontdekken.
Mergel is kalksteen, gevormd uit onder andere kalkskeletten van zeedieren.
Het Albertkanaal doorsnijdt de mergelstenen.
Later heeft de mergelsteen concurrentie gekregen van bakstenen.
De Mosasaurus
Eén van deze fossielen is de illustere Mosasaurus, technisch gezien geen dino, maar minstens even indrukwekkend. De naam komt van… de rivier de Maas! In het museum van Natuurwetenschappen in Brussel kom je er alles over te weten.
Heel Vlaanderen was bedekt met een subtropische zee.
Een enkele keer vinden we een bijna volledig skelet, dat zijn de bijzondere vondsten.
Een ondergronds labyrint
Om die mergelstenen te pakken te krijgen, maakten mensen tunnels onder de aarde tot tientallen meters diep. Hier en daar lieten ze pilaren staan om die tunnels te ondersteunen. Helaas waren die soms minder stevig dan gehoopt: langs breuken in de mergel kan water binnendringen wat de pilaar verzwakt. De gang stort dan in, met vaak ook boven de grond heel wat schade.
Er zijn dan wel geen dino’s of mosasaurussen meer, maar toch zit er nog een hoop leven in de oude mergelgroeves. De vochtige lucht en de gelijkmatige temperatuur is ideaal voor de groei van champignons en andere schimmels. Ook vleermuizen vinden een overwinteringsplaats in de oude mergelgroeves.
De poort naar het paradijs!
In de grotten is het vochtig en altijd dezelfde temperatuur.
Perensiroop
Ook boven de grond kunnen we de invloed van de mergelstenen ontdekken. In dit materiaal vormen zich vaak dunne, kleirijke bodems die sterk uitdrogen in de zomer en kletsnat zijn in de winter. Veel landbouwgewassen hebben daar een hekel aan, dus de streek van de mergels is een weidestreek. In de weides werden vaak hoogstam perenbomen geplant, een fruitsoort die vrij goed tegen droogte en natte voeten kan. Riemst, Voeren en het aangrenzende Land van Herve is dan ook de streek van de perensiroop of Luikse siroop!
De perenbomen staan op een moeilijke grond.