Gebouwautomatisering en controlesystemen voor niet-residentiële gebouwen verplicht tegen eind 2025
Niet-residentiële gebouwen met verwarmings- en/of koelsystemen met een nominaal vermogen van meer dan 290 kW moeten over gebouwautomatisering en controlesystemen beschikken tegen eind 2025.
Voorwaarden
Toepassingsgebied
Uiterlijk op 31 december 2025 moeten bepaalde niet-residentiële gebouwen over een gebouwautomatisering en -controlesysteem beschikken. Meer bepaald gaat het over:
- niet-residentiële gebouwen met een verwarmingssysteem of een gecombineerd systeem (ruimteverwarming en ventilatie) met een nominaal vermogen van meer dan 290 kW.
- niet-residentiële gebouwen met een airconditioningsysteem of gecombineerd systeem (airconditioning en ventilatie) met een nominaal vermogen van meer dan 290 kW.
Om het nominale vermogen te bepalen, maakt u de som van alle opwekkers of installaties die instaan voor de verwarming (of voor de koeling) van het volledige gebouw.
- U bekijkt daarbij de verwarmingsinstallaties en de koelingsinstallaties apart: er is een grens van 290 kW voor verwarming en een aparte grens van 290 kW voor koeling.
- U bekijkt daarbij installaties per afzonderlijk gebouw en niet per site.
Deze verplichting geldt voor nieuwe en bestaande niet-residentiële gebouwen.
Uiterlijk tegen 2029 zal deze grens verlaagd worden naar 70kW, waardoor deze verplichting dus op heel wat meer gebouwen van toepassing zal zijn.
Vereisten
De gebouwautomatisering en het gebouwcontrolesysteem moet ten minste:
- het energieverbruik monitoren: continu controleren, bijhouden en analyseren, en bijsturingen van het energieverbruik mogelijk maken,
- de energie-efficiëntie van het gebouw toetsen, rendementsverliezen van technische bouwsystemen opsporen, en de persoon die verantwoordelijk is voor het beheer van de voorzieningen of de technische installaties, informeren over de mogelijkheden om de energie-efficiëntie te verbeteren,
- communicatie met verbonden technische bouwsystemen en andere apparaten in het gebouw mogelijk maken, en kunnen samenwerken, communiceren, en informatie uitwisselen met technische bouwsystemen van verschillende soorten technologieën, toestellen en fabrikanten.
Deze algemene bepalingen worden momenteel vertaald naar meer concrete eisen. Hierbij geldt de klasse B uit de norm EN ISO 52120-1:2022 als leidraad.
Uitzonderingen
De Vlaamse Regering kan in het Energiebesluit uitzonderingen voorzien voor gebouwen waar deze verplichting technisch, functioneel of economisch niet haalbaar is. Momenteel zijn er nog geen uitzonderingen vastgelegd.
Regelgeving
Deze verplichting staat in Artikel 11.1/1.2 van het Energiedecreet(opent in nieuw venster). Het is een letterlijke omzetting van de bepalingen daarover in de Europese richtlijn (EPBD) van 2018. In 2024 werd deze richtlijn herzien en werden er enkele nieuwe bepalingen aan deze gebouwautomatisering en -controlesysteem opgelegd. Deze moeten nog in Vlaamse regelgeving worden omgezet.