Fien Vansevenant voor haar eindproef in het kader van de master stedenbouw en ruimtelijke planning, verdedigd aan de Universiteit Gent (UGent), met als titel Zorgband Leie en Schelde als zorgderij. Verkenning van de verbinding tussen een publieke voedselstrategie en territoriale ontwikkelingskansen.
In deze eindproef staat het innovatieve concept van de Zorgderij, een integratie van ouderenzorg, historisch patrimonium en lokale landbouw, centraal. Het onderzoek herstelt de verbinding tussen zorg, landbouw, en voeding, waarbij gronden die eigendom zijn van het OCMW opnieuw toegankelijk worden gemaakt voor agro-ecologische landbouw.
Deze eindproef werd door de jury in het bijzonder geapprecieerd voor haar holistische aanpak, die verschillende disciplines samenbrengt.
Fien Vansevenant slaagde er daarbij in om de aspecten rond de voedselsystemen even grondig uit te werken als de technisch architecturale aspecten, die meer rechtstreeks aan haar eigen discipline verbonden zijn.
De jury beoordeelde het onderzoek naar het leggen van een link tussen voedselsystemen en zorg als zeer vernieuwend.
Dit onderzoek bekijkt of zorginstellingen belang hebben bij een nieuwe verbinding tot de gronden die ze bezitten. Het doel is om enerzijds bij te dragen aan de landbouwtransitie en anderzijds meer controle te krijgen over wat er in de instelling gegeten wordt.
De jury was ook zeer lovend over de sterke verankering van de sociale dimensie, die zeer centraal aanwezig is in deze eindproef. Fien Vansevenant zorgde voor een grote stakeholderbetrokkenheid, onder andere door het betrekken van de bewoners in haar studie. De eindproef maakt zo een huwelijk tussen technologische oplossingen en sociaal-dynamische, participatieve aanpakken.
De jury is verder unaniem overtuigd van de potentiële grote positieve impact die deze eindproef kan hebben op de samenleving, onder meer door het feit dat de eindproef zeer concreet is uitgewerkt.
De jury apprecieerde ten slotte het feit dat Fien Vansevenant zeer moedig en duidelijk voor haar standpunten uitkomt. Dit alles maakt dat deze eindproef verder gaat dan de ‘established theories’, en dat is precies wat de jury ook wil aanmoedigen in onderzoek voor duurzame ontwikkeling.