In deze bachelorproef onderzoekt Denrich de mogelijke migratie van sporenelementen uit biogebaseerde voedselcontactmaterialen (BBFCM) naar voedsel, vanwege het ontbreken van regelgeving op dit gebied. Targetelementen zoals lood, cadmium en koper werden geanalyseerd tijdens het verhitten en in contact brengen van voedselsimulant met verschillende materialen. Resultaten tonen aan dat kokos, hout, natuurlijke, bioplastics, CPLA, PLA, gerecycleerde en siliconen FCM’s over het algemeen veilig zijn, met enkele uitzonderingen die cadmium, zilver en titanium vrijgeven. Bagasse en palm FCM’s vertoonden bijna altijd de migratie van arseen, cadmium en lood. Concluderend zijn bepaalde materialen relatief veilig voor gebruik, maar aandacht is geboden bij specifieke FCM’s die sporenelementen kunnen vrijgeven.

Dit onderzoek is cruciaal voor de duurzaamheid van mensenlevens, aangezien het zich richt op het opsporen en voorkomen van schadelijke sporenelementen in biobased voedselcontactmaterialen. De eindproef bestrijkt ecologische en sociale dimensies door te analyseren welke materialen veilig zijn, waarmee een synergie ontstaat tussen het welzijn van de planeet en de mens. Als antwoord op de duurzaamheidsuitdaging van verminderd plasticgebruik, werkte Denrich samen met Sciensano, een erkend labo voor volks- en diergezondheid. Het onderzoek brengt nieuwe inzichten in de veiligheid van alternatieve materialen, waarbij bagasse, palm en bamboo FCM’s schadelijke elementen blijken te bevatten. Hoewel het geen directe oplossing biedt, dient het als leidraad voor veiligere en duurzamere alternatieven, strevend naar een sporenelementvrij alternatief voor niet-hernieuwbare materialen.