Warming World, Widening Gaps: An Environmental Justice Analysis of the International Climate Change Regime
Master of Laws (hoofdmodule: Sustainable Development and Global Justice)
Charlotte Dierickx-Visschers (UAntwerpen)
Methodologisch gezien vertrek ik vanuit het concept ‘milieurechtvaardigheid’ om het internationaal klimaatrecht te evalueren. Mijn professoren erkenden deze aanpak als vernieuwend.
Waar gaat je eindproef over?
Landen die het minst hebben bijgedragen aan klimaatverandering ondervinden vaak de zwaarste gevolgen ervan. Dit ‘klimaatonrecht’ vormt een centraal strijdpunt binnen de Milieurechtvaardigheidsbeweging (Environmental Justice Movement), die wereldwijd pleit voor een eerlijke verdeling van milieulasten.
In mijn eindproef evalueerde ik het internationale klimaatrecht aan de hand van de vier pijlers van milieurechtvaardigheid: distributieve, procedurele, correctieve en sociale rechtvaardigheid.
Hoewel het klimaatrecht duidelijk kenmerken van milieurechtvaardigheid bevat, blijven veel oplossingen ondergefinancierd en te technocratisch om tastbare resultaten te bereiken. Daardoor slaagt het klimaatrecht er niet volledig in om de Noord-Zuid-onrechtvaardigheid die voortkomt uit de klimaatcrisis adequaat aan te pakken.
Hoe draagt jouw masterproef bij aan duurzaamheid?
Mijn masterproef sluit nauw aan bij de visie van de Future Proef Award, met een brede kijk op duurzaamheid die ecologische, economische en sociale aspecten verbindt. Centraal staat het concept ‘milieurechtvaardigheid’, dat ecologische problemen koppelt aan sociale ongelijkheid. Ik analyseer hoe internationale economische structuren klimaatkwetsbaarheid in het Zuiden versterken en hoe een rechtvaardiger klimaatbeleid geopolitieke spanningen kan verminderen. Daarbij onderzoek ik Noord-Zuid-samenwerkingen en de rol van distributieve en procedurele rechtvaardigheid in het klimaatrecht.
Mijn onderzoek biedt een systeemvisie door inzichten uit recht, sociologie, internationale betrekkingen en ontwikkelingsstudies te combineren. Zo leg ik bloot hoe machtsverhoudingen en economische modellen bijdragen aan milieuproblemen en pleit ik voor transformatieve adaptatie. Deze strategie pakt die structurele ongelijkheden aan en stimuleert zowel ecologische als sociale ontwikkeling.
Innovatie staat centraal in mijn analyse van duurzaamheid. Ik daag gangbare concepten van duurzame ontwikkeling uit en toon aan dat puur economische oplossingen vaak weinig verschillen van de systemen die aan de basis liggen van milieuproblemen.MMethodologisch gezien vertrek ik vanuit het concept ‘milieurechtvaardigheid’ om het internationaal klimaatrecht te evalueren. Mijn professoren erkenden deze aanpak als vernieuwend. Daarnaast identificeer ik hindernissen zoals een technocratische benadering en financieringstekorten, en bespreek ik het potentieel van internationale initiatieven zoals de New Collective Quantified Goal on Climate Finance.
Mijn masterproef draagt bij aan een breder bewustzijn over klimaatrechtvaardigheid. Ze kan inspiratie vormen voor toekomstig onderzoek en beleidsmaatregelen die duurzaamheid fundamenteel anders benaderen.