Rethinking Anthropocene Architecture At Altitude
Master Interieur Architectuur
Marthe Van Rompaey (KU Leuven)
De wandeling langs de paviljoenen is in al zijn ambiguïteit en menselijke ongemakken, een zoektocht naar een herinterpretatie van de relatie tussen mensen en anders-dan-mens.
Waar gaat je eindproef over?
De totale hoeveelheid door de mens gemaakte massa heeft de totale hoeveelheid biomassa op aarde ingehaald. Een nieuw Wjdperk waarin de mens domineert, het Antropoceen, kondigt zich aan. Met ‘sneller en meer’ als religie, ontsnapt ook onze architectuurpraktijk niet aan de huidige tendens. Maar kan de tendens doorbroken worden en kan architectuur een en kan architectuur een symbiotische relatie tussen mens en natuur vormgeven?
In mijn project neem ik je mee op een scenografische wandeling door de Aosta Vallei, langs zes paviljoenen. Met tekst, maquettes en film onderzoek ik alternatieve ontwerppraktijken die ruimte creëren voor mens én anders-dan-mens. Boven op de bergtop vind je geen absolute waarheden, maar leer je anders kijken en vragen stellen.
Hoe draagt jouw masterproef bij aan duurzaamheid?
Situering in ruimte: Het geïnterioriseerde exterieur
Het Antropoceen vervaagt de grenzen tussen natuur en cultuur, waardoor zelfs berglandschappen interieurachtige kenmerken krijgen. Alpineskiën transformeert de Alpen tot een geprivatiseerde, artificiële omgeving, ten koste van ecosystemen. De Valle d’Aosta ontsnapt grotendeels aan deze trend en bewaart etnobotanische kennis. Biedt deze ongereptheid ruimte voor nieuwe wereldbeelden?
Ontwerpstrategie
Een mogelijk meer biologisch gestuurde materiële toekomst gaat gepaard met een paradigmashift binnen de ontwerppraktijk van de (interieur)architect en een shift in de ontwerptaal. De Para-dimensie omvat aspecten zoals warmte, licht, vochtigheid, … . Dimensies die intuïtief begrepen worden door verschillende soorten. De Para-dimensie laat mens en natuur als gelijken ontwerpen.
Antwoord op het museumvraagstuk
De wandeling is in al zijn ambiguïteit en menselijke ongemakken, een zoektocht naar een herinterpretatie van de relatie tussen mensen en anders-dan-mens. De wandeling bevraagt welke ruimte we als mens innemen in een wereld van meerdere soorten. Een vraag die hier geprojecteerd wordt in de vorm van een wandeling doorheen een berglandschap, maar vergroot kan worden naar de brede zin van de hedendaagse architectuurpraktijk?
Twee paviljoenen illustreren dit: de vijfde verwezenlijking, waarin een rots warmte biedt aan de Alpensteenbok, en het Mycorrhiza Paviljoen, dat samenwerkingen tussen mens en natuur verkent door modules te laten groeien met mycorrhiza schimmels, als kritiek op de huidige architectuur en als visie voor post-antropocene ontwerpen.
Blik op de posthumane architectuurpraktijk
De zes paviljoenen bieden geen oplossingen voor de problemen van de antropocene ontwerppraktijk, maar vormen een poëtische verkenning van mogelijke toekomstbeelden. Ze onderzoeken symbiotische relaties in de (interieur-)architectuur en brengen menselijk ongemak met zich mee. Misschien zijn we te bang geworden van onze eigen ongemakken en ligt het antwoord waarnaar we onze posthumane architectuurpraktijk zouden moeten sturen net in de confrontatie met hetgeen we weren.