Tools voor de realisatie van stedelijke bosuitbreiding
Professionele Bachelor in Agro & biotechnologie afstudeerrichting Groenmanagement
Kurt Janssens (Hogeschool VIVES)
Mijn onderzoek vertaalt de abstracte 3/30/300-regel naar een praktisch beleidsinstrument dat steden helpt stedelijke vergroening slim en haalbaar te plannen.
Waar gaat je eindproef over?
Vlaanderen erkende dit jaar de 3/30/300-regel als nieuwe groennorm: elke woning moet zicht hebben op 3 bomen, elke wijk moet 30% kroonbedekking hebben, en elke inwoner moet binnen 300 meter toegang hebben tot groen. Om dit in Kortrijk te realiseren, onderzocht ik hoeveel bomen de stad moet planten om tegen 2042 een kroonbedekking van 15% te bereiken. Met steekproeven bepaalde ik groeisnelheden en ontwikkelde een rekentool om plantstrategieën te testen. Ik berekende ook de kosten en de ecosysteemdiensten. Deze inzichten ondersteunen het bomenmasterplan en bieden inspiratie voor andere steden die hun stedelijk groen strategisch willen uitbreiden.
Hoe draagt jouw bachelorproef bij aan duurzaamheid?
Mijn bachelorproef onderzoekt hoe stedelijke vergroening concreet bijdraagt aan duurzaamheid. Bomen verbeteren de leefbaarheid van steden, zuiveren de lucht, slaan koolstof op en verminderen hitte en wateroverlast. Dit verlaagt infrastructuur- en gezondheidskosten en draagt bij aan een gezonde leefomgeving. Toch blijkt uit cijfers van Greenpeace dat slechts 18 van de 581 Belgische gemeenten voldoen aan de 3/30/300-regel.
Om Kortrijk te helpen deze norm te halen, ontwikkelde ik een gebruiksvriendelijke rekentool die berekent hoeveel bomen nodig zijn om tegen 2042 een kroonbedekking van 15% te bereiken. De tool houdt rekening met variabelen zoals groeisnelheden, sterftepercentages, de initiële kroondiameter bij aanplant en de verhouding tussen verschillende boomtypes. Bomen worden gecategoriseerd op basis van grootte en het type standplaatsomvorming dat nodig is voor optimale groei. Dit maakt het mogelijk om niet alleen het aantal bomen te bepalen, maar ook de kosten en ruimtelijke implicaties in kaart te brengen.
Daarnaast gebruik ik de Natuurwaardeverkenner van VITO om de ecosysteemdiensten van bomen te berekenen en de economische en ecologische baten inzichtelijk te maken. Door verschillende scenario’s te simuleren, kunnen beleidsmakers keuzes afwegen op basis van termijn, boomtypes en benodigde investeringen. Mijn onderzoek vertaalt de abstracte 3/30/300-regel naar een praktisch beleidsinstrument dat steden helpt stedelijke vergroening slim en haalbaar te plannen. Deze tool biedt niet alleen Kortrijk, maar ook andere gemeenten een wetenschappelijk onderbouwde basis om duurzame vergroening efficiënt te realiseren.