Inzetten van koelenergie uit oppervlaktewater voor proceskoeling bij Unilin Flooring
Professionele Bachelor in de Ecotechnologie
Esther Perriëns (Hogeschool VIVES)
Het grootschalig toepassen van proceskoeling via oppervlaktewater en het naadloos integreren van een fabriek in de natuurlijke omgeving, schetst voor mij het ideale toekomstbeeld.
Waar gaat je eindproef over?
In mijn bachelorproef onderzocht ik hoeveel elektrische energie we kunnen besparen door de koelcapaciteit van De Leie, die langs de fabriek stroomt, te benutten. Door deze natuurlijke koudebron in te zetten voor proceskoeling, verlaag ik zowel de CO₂-uitstoot als de kosten. Dit komt niet alleen het klimaat ten goede, maar zorgt ook voor een duurzame besparing op lange termijn voor het bedrijf. Daarnaast houd ik rekening met de milieuvoorwaarden voor waterlozing om de waterkwaliteit te beschermen.
Hoe draagt jouw bachelorproef bij aan duurzaamheid?
Ik onderzocht hoe de koelcapaciteit van De Leie kan bijdragen aan een duurzamere en kostenefficiënte proceskoeling bij Unilin Flooring. Momenteel drijven compressoren de koeling aan met conventionele elektriciteit, wat leidt tot CO₂-uitstoot (emissie-scope 2). Door de natuurlijke koude van De Leie te benutten, kan het energieverbruik dalen, wat zowel economische als ecologische voordelen oplevert.
Duurzaamheid stond centraal in dit project. Ik analyseerde niet alleen de impact op de CO₂-uitstoot, maar ook de milieuvoorwaarden rond waterlozing. De natuurlijke ecosystemen van De Leie mochten niet worden verstoord. Daarom controleerde ik of de lozingstemperaturen binnen de VLAREM II-normen bleven en zorgde ik ervoor dat het water na gebruik ongerept terugstroomde.
Naast de ecologische voordelen onderzocht ik de financiële haalbaarheid. Samen met verschillende afdelingen stelde ik een kostenanalyse op, bepaalde ik de terugverdientijd en onderzocht ik mogelijke subsidies. Omdat alleen De Leie als koudebron een financieel risico bleek, keek ik breder en stelde ik een bijkomende oplossing voor: hergebruik van een bestaande installatie met hoog rendement. Dit verhoogde de efficiëntie en maakte de investering aantrekkelijker.
Mijn onderzoek draagt bij aan een duurzamer energieverbruik in de industrie en sluit aan bij SDG 7 (duurzame energie), SDG 9 (innovatie), en SDG 13 (klimaatactie). De interesse bij vakmensen en de impact op toekomstige werkgelegenheid tonen dat deze aanpak perspectief biedt.
Het grootschalig toepassen van proceskoeling via oppervlaktewater en het naadloos integreren van een fabriek in de natuurlijke omgeving, schetst voor mij het ideale toekomstbeeld. Werken mét de natuurlijke elementen in plaats van eromheen of ernaast of zelfs ertegen. Als installaties als deze, of andere installaties die de twee met elkaar verbinden meer toegepast worden, ben ik ervan overtuigd dat er minder resistentie zou zijn. Ook zou er vanuit menselijk perspectief meer respect komen naar de natuur toe, juist omdat we meer beseffen dat we de natuur en haar diensten nodig hebben.