Wijzigingen in de wegcode sinds 1 april 2023
Het koninklijk besluit van 12 maart 2023 wijzigt de wegcode op een aantal vlakken. Een volledig overzicht van de wijzigingen en een artikelsgewijze toelichting is terug te vinden in het Belgisch Staatsblad(opent in nieuw venster). Een beknopt overzicht van de wijzigingen vindt u hieronder.
Fietsstraat wordt fietszone
Het besluit past de definitie van de fietsstraat aan. Het gaat voortaan om een fietszone. Deze fietszone geldt per definitie over één of meer openbare wegen van het beginbord (F111) tot het eindebord (F113). Wegbeheerders moeten de borden dus niet na elk kruispunt herhalen, noch op witte zoneborden aanbrengen.
Voor de aanpassing van de signalisatie is een overgangsperiode voorzien:
- De verkeersborden F111 en F113 met een zonale geldigheid mogen behouden worden tot 1 januari 2032.
- De verkeersborden F111 en F113 met de vermelding ‘fietsstraat’ blijven geldig tot 1 januari 2035 om het begin en het einde van een fietszone aan te duiden.
Let op: de bepaling bij het bord F111 “De fietsstraat eindigt ter hoogte van het volgend kruispunt” is zonder meer geschrapt. Hiervoor is geen overgangsperiode voorzien. Het is van belang om in deze situatie de ‘fietszone’ te evalueren en op de gepaste plaatsen het bord F113 aan te brengen om het einde van de fietszone aan te duiden.
Kijk voor meer info over de inrichting van fietszones zeker naar het rapport van Fietsberaad(opent in nieuw venster) en het vademecum fietsvoorzieningen(opent in nieuw venster).
Aanpassingen verhoogde inrichting
Het gaat onder meer over een aanpassing van art.22ter.1. om de handhaving van het inhaal-, stilstaan- en parkeerverbod op de verhoogde inrichtingen te garanderen in alle gewesten.
Het inhaalverbod en het stilstaan- en parkeerverbod (federale bevoegdheid) worden nu respectievelijk in artikel 17 en 24 van de wegcode opgenomen. Alleen de bepaling met betrekking tot de snelheid (gewestelijke bevoegdheid) op de verhoogde inrichting blijft behouden in art.22ter.1.
Het besluit introduceert ook een definitie van een verhoogde inrichting.
Duidelijkere bepalingen voor de busstrook en de bijzondere overrijdbare bedding
Het besluit past de artikelen 72.5. en 72.6. aan over de busstrook en de bijzondere overrijdbare bedding (BOB). Als basisregel zijn alleen geregelde diensten voor gemeenschappelijk vervoer toegestaan. De wegbeheerder kan andere voertuigen toelaten mits signalisatie.
Taxi’s en voertuigen gebruikt voor het schoolvervoer zijn dus niet langer algemeen toegelaten op de busstrook. Om deze voertuigen toe te laten zal de wegbeheerder de nodige verkeerstekens moeten aanbrengen. Voor deze aanpassing voorziet het besluit een overgangsperiode tot 1 januari 2027,
Voertuigen gebruikt voor het schoolvervoer van personen met een handicap zijn niet langer algemeen toegelaten op de BOB. Ook hiervoor kan de wegbeheerder – waar het kan en opportuun is om de voertuigen toe te laten – de nodige verkeerstekens aanbrengen, rekening houdende met onder meer de bijzondere verkeerslichtenregeling voor het openbaar vervoer, de aanwezigheid van tramverkeer, etc.. Hiervoor is geen overgangsperiode voorzien.
Meer toegelaten voertuigen op de reddingsstrook
De definitie van reddingsstrook wordt aangepast, zodat alle voertuigen die op de pechstrook mogen rijden, zoals takelwagens, ook gebruik mogen maken van de reddingsstrook om zich naar de plaats van een incident te begeven. De reddingsstrook is immers het alternatief wanneer de pechstrook ontbreekt, versperd is door auto’s in panne, brokstukken, etc.
De betrokken voertuigen moeten dan wel de oranje-gele knipperlichten gebruiken.