PM2,5-stofdeeltjes zijn kleiner dan 2,5 µm (= 0,025 mm). Er is een grote verscheidenheid in de deeltjes naar grootte en samenstelling. Stofdeeltjes worden ofwel rechtstreeks uitgestoten (primair stof) ofwel ontstaan ze in de atmosfeer (secundair stof).
Filter
9057 resultaten
- CSV
- Naast de neerslag wordt de waterbeschikbaarheid voor mensen, dieren en planten ook bepaald door de evapotranspiratie. Die evapotranspiratie is een verzamelterm voor de waterafgifte door de bodem en de vegetatie aan de atmosfeer. Dit omvat alle neerslag die rechtstreeks in de atmosfeer komt door verdamping of onrechtstreeks via ecosystemen. De ‘potentiële evapotranspiratie' of PET wordt uitgedrukt in mm neerslag per jaar. Dit is de maximaal mogelijke evapotranspiratie die optreedt indien er steeds voldoende water beschikbaar zou zijn aan de oppervlakte of in de bodem. Indien dit laatste niet het geval is, zoals tijdens droge zomerperiodes, is de werkelijk optredende evapotranspiratie lager dan de potentiële. Toch beschrijft deze indicator de potentiële en niet de werkelijke evapotranspiratie omdat deze laatste erg moeilijk te kwantificeren is. Redenen daarvoor zijn dat de evapotranspiratie sterk gebiedsafhankelijk is en functie is van de waterbeschikbaarheid aan de oppervlakte en in de bodem. Een bosgebied of een sterk verstedelijkt gebied hebben daardoor een sterk verschillende evapotranspiratie.CSV
- De indicator ‘Druk op het waterleven door gewasbescherming' weegt de jaarlijks verkochte hoeveelheid werkzame stof per gewasbeschermingsmiddel naar toxiciteit voor waterorganismen en verblijftijd in het milieu, en wordt uitgedrukt als de som van de verspreidingsequivalenten (?Seq). De indicator is dus een maat voor de risico's voor het waterleven verbonden aan het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De Seq-indicator werd bepaald voor de periode 1990-2010.CSV
- Energiegebruik zorgt voor het grootste deel van de broeikasgasuitstoot in Vlaanderen: 73 % in 2019.Andere belangrijke bronnen zijn procesemissies door de chemische industrie (11 %) en niet-energetische emissies door veeteelt (5 %) en bij ijzer- en staalproductie (5 %). De totale uitstoot daalde met 15,5 % sinds 2005.CSV
- Deze indicator toont de emissie van de verzurende stoffen ammoniak (NH3), zwaveldioxide (SO2) en stikstofoxide (NOx) door de landbouw (deelsector akker- en tuinbouw en veeteelt). Om de emissies van deze stoffen vergelijkbaar te maken, worden ze uitgedrukt in zuurequivalenten (Zeq).CSV
- De relatie tussen temperatuur en sterfte is U-vormig: de mortaliteit neemt toe bij temperaturen die ver boven of onder de optimale temperatuur liggen. Dat optimum is trouwens locatiespecifiek: de bevolking van Zuid-Europese landen is beter bestand tegen hoge temperaturen dan inwoners van onze regio.Hogere temperaturen verhogen vooral de sterfte bij bejaarden, bij mensen met hart- en vaatziekten en ademhalingsproblemen, en bij kinderen jonger dan 4 jaar. De impact van hitteperiodes is vaak minder zichtbaar dan de schade door bijvoorbeeld overstromingen of orkanen. Nochtans blijkt de blootstelling aan hitte toch beduidend meer slachtoffers te maken: vergelijk bijvoorbeeld de 1 500 slachtoffers van orkaan Katrina van 2005 in de VS met de ruim 70 000 slachtoffers van de Europese hittegolf in de zomer van 2003.Deze indicator gaat daarom na tot welke oversterfte hittegolven leiden in België, en is gebaseerd op analyses uitgevoerd door het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Een hittegolf is hierbij gedefinieerd als een periode van minstens vijf dagen waarin de maximale dagtemperatuur te Ukkel 25 °C of meer bedraagt (zomerdagen), en waarin bovendien drie dagen lang de temperatuur er boven de 30 °C stijgt (tropische dagen). En ook andere gezondheidseffecten van hittegolven komen aan bod.PNGCSV
- De NET60ppb-max8u is een Europese ozonoverschrijdingsindicator ter bescherming van de menselijke gezondheid.CSVPNG
- de uitstoot van de sector transport is de som van de uitstoot door wegverkeer, scheepvaart, luchtvaart, spoorverkeer en mobiele machineswegverkeer heeft het grootste aandeel in de uitstoot door transport, vooral door personenwagens.CSV
- Het zeeniveau wordt op wereldschaal beïnvloed door tal van factoren, waarondervolumeverandering van een watermassa bij veranderende temperaturen;uitwisseling van watermassa met (afsmeltende) ijskappen en gletsjers op het land;veranderende opslag van water op het land (zowel oppervlaktewater als grondwater).Een temperatuurstijging (bv. onder invloed van broeikasgasemissies van menselijke oorsprong) kan leiden tot een uitzetting van het zeewater en de afsmelting van de ijskappen, met een stijging van de zeespiegel en groter overstromingsgevaar in lager gelegen gebieden tot gevolg. Ook uitputting van grondwatervoorraden (onder invloed van oplopende temperaturen) draagt bij aan de zeespiegelstijging doordat opgepompt en gebruikt grondwater uiteindelijk grotendeels afvloeit naar de zee.CSV
- Deze indicator toont de concentraties van de zware metalen cadmium (Cd), lood (Pb), nikkel (Ni) en en het metalloïde arseen (As) in de omgevingslucht in Vlaanderen. Zware metalen verspreiden zich via stofdeeltjes in de lucht en kunnen via de neus of mond worden opgenomen in het lichaam. Dit kan de gezondheid schaden, afhankelijk van de opgenomen hoeveelheid en de tijdsduur van de opname. As, Cd en Ni zijn kankerverwekkend; lood is waarschijnlijk carcinogeen voor mensen (zie de indicatoren Blootstelling aan As, Cd en Pb).CSV
- In 2019 werd met zogenaamde ‘remote sensing’ de uitstoot van ongeveer 200.000 voertuigen gemeten langs 5 plaatsen op de openbare weg in Vlaanderen. Wat leren we uit de studie?CSV
- De kaart is gebaseerd op interpolatie van de resultaten van de meetstations in Vlaanderen en de omliggende regio's, aangevuld met een hoge resolutie modellering.CSV