Laag met stadsdeel -natuur, landbouw en water (> 10 ha). De laag toont de open ruimten die natuurlijk, agrarisch of water zijn en bovendien een recreatief medegebruik kennen. We bedoelen hiermee alles groter dan 10 ha (of 100 .000 m²) (kleiner bestaat niet): - agrarisch of landbouwgroen, tenzij volledig ontoegankelijk - natuurlijk groen, tenzij volledig ontoegankelijk: bijvoorbeeld Hobokense Polder, Wolvenberg - water: bijvoorbeeld Galgenweel, Burchtse Weel, Dokken, Schelde Recreatief medegebruik wil zeggen dat deze ruimte beleefd, ervaren kan worden, via toegankelijke paden in of langsheen het gebied. Op deze toegankelijke paden zijn enkel passieve vormen van recreatie toegestaan. Deze datalaag wordt jaarlijks in januari geactualiseerd. (zie ook geodata-portaal - https://geoportaal.antwerpen.be/portal/home/search.html?q=belevingsgroen , open geodata-portaal - http://portaal-stadantwerpen.opendata.arcgis.com/datasets?q=belevingsgroen , becijferd in stad in cijfers - https://stadincijfers.antwerpen.be/Databank/Jive/?workspace_guid=acf2b0ae-7c03-4063-af7d-fce0e4f731cf )
Filter
9070 resultaten
- GEOJSONCSVKMLJSON+2
- Laag met natuur, landbouw en water. De laag toont de open ruimten die natuurlijk, agrarisch of water zijn en bovendien een recreatief medegebruik kennen. - agrarisch of landbouwgroen, tenzij volledig ontoegankelijk - natuurlijk groen, tenzij volledig ontoegankelijk: bijvoorbeeld Hobokense Polder, Wolvenberg - water: bijvoorbeeld Galgenweel, Burchtse Weel, Dokken, Schelde Recreatief medegebruik wil zeggen dat deze ruimte beleefd, ervaren kan worden, via toegankelijke paden in of langsheen het gebied. Op deze toegankelijke paden zijn enkel passieve vormen van recreatie toegestaan. Deze datalaag wordt jaarlijks in januari geactualiseerd. (zie ook geodata-portaal - https://geoportaal.antwerpen.be/portal/home/search.html?q=belevingsgroen , open geodata-portaal - http://portaal-stadantwerpen.opendata.arcgis.com/datasets?q=belevingsgroen , becijferd in stad in cijfers - https://stadincijfers.antwerpen.be/Databank/Jive/?workspace_guid=0c05effa-be1e-412b-aa22-dddb6140306a )ZIPJSONHTMLCSV+2
- Laag met publiek groen en water (zonder pleinen, gebouwen en privégroen), ingedeeld volgens toegankelijkheid (toegankelijk, onder voorwaarden toegankelijk en ontoegankelijk) en hoofdindeling (agrarisch groen, natuurlijk groen, gebruiksgroen, structuurgroen, wachtgroen en water). (zie ook geodata-portaal - https://geoportaal.antwerpen.be/portal/home/search.html?q=groen , open geodata-portaal - http://portaal-stadantwerpen.opendata.arcgis.com/datasets?q=groen , becijferd in stad in cijfers - https://stadincijfers.antwerpen.be/Databank/Jive/?workspace_guid=61cc2cf1-c40f-4366-871f-dc36ddb98288 ). Deze datalaag wordt jaarlijks in januari geactualiseerd, op voorwaarde dat de voorziening door de bevoegde sector/dienst jaarlijks wordt beheerd en geüpdate. Agrarisch of landbouwgroen:groene ruimten met agrarische functie. Dit kan landbouw, weiland en landbouwwegen zijn. - onder voorwaarden toegankelijk: recreatief medegebruik (=belevingsgroen). Recreatief medegebruik wil zeggen dat deze ruimte beleefd, ervaren kan worden, via toegankelijke paden in of langsheen het gebied. Op deze toegankelijke paden zijn enkel passieve vormen van recreatie toegestaan (wandelen, rusten, zitten). - ontoegankelijk: kan niet betreden worden (bijv. omheind, verbodsbord). Natuurlijk groen: groene ruimten met een natuurfunctie zoals speciale beschermingszones (Vlaams Ecologisch Netwerk-VEN, Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn) en natuurgebieden die in beheer zijn van Natuurpunt of ANB. - onder voorwaarden toegankelijk: recreatief medegebruik. bijvoorbeeld Hobokense Polder, Wolvenberg (=belevingsgroen). Recreatief medegebruik wil zeggen dat deze ruimte beleefd, ervaren kan worden, via toegankelijke paden in of langsheen het gebied. Op deze toegankelijke paden zijn enkel passieve vormen van recreatie toegestaan. (wandelen, rusten, zitten). - ontoegankelijk: kan niet betreden worden (bijv. omheind, verbodsbord), bijvoorbeeld Fort 7 in Wilrijk en Kuifeend in de haven. Gebruiksgroen: groen ingericht voor gebruik: oa parken, gebouwgroen, hanggroen, fortgroen, begraafplaatsen (zonder pleinen) en tot slot specifieke terreinen zoals bijv. sportterreinen, speelterreinen, volkstuinen en hondenloopzones. - toegankelijk: alle publiek toegankelijk gebruiksgroen zonder oppervlaktebeperking: parken, pocketparkjes, hanggroen, fortgroen, hondenloopzone, stadsbos, speelbos, begraafplaats, groene speelterreinen, publiek toegankelijk gebouwgroen. - onder voorwaarden toegankelijk: dit is een inperking van publiek gebruik: enkel toegankelijk op bepaalde tijdstippen of voor bepaalde groepen (o.a. leden zoals bij sportclubs,…), bijvoorbeeld de Zoo, woonwagenterrein, sportterreinen. Structuurgroen: groene ruimten met bufferfunctie (visuele buffer, geluidsbuffer of buffer naar luchtkwaliteit) langs grote infrastructuren, van autosnelwegen tot spoorwegen, of bedrijfsgebouwen. Wachtgroen: gronden wachtend op invulling (projectontwikkeling, bedrijventerrein, grote privédomeinen,… ). Ook de gronden gelegen in de haven die gereserveerd zijn voor havenontwikkeling behoren tot deze indeling. Water: waterpartijen die niet deel uitmaken van andere categorieën, m.n. dokken, bevaarbare rivier, water dat meer dan 30% uitmaakt van gebruiksgroen, rwzi-bekken. - onder voorwaarden toegankelijk: recreatief medegebruik. bijvoorbeeld Galgenweel, Burchtse Weel, Dokken, Schelde (=belevingsgroen). - ontoegankelijk: dokken in de haven, Albertkanaal, Lobroekdok.ZIPGEOJSONCSVHTML+2
- Laag met tekortzone van de stedelijke jeugdcentra en jeugdhuizen op stadsdeelniveau (1.600m en 20 min. wandelen of 8 min. fietsen). De tekortzone is het woongebied dat het omgekeerde weergeeft van de bepaalde bereikzone. Deze datalaag wordt jaarlijks in januari geactualiseerd, op voorwaarde dat de voorziening door de bevoegde sector/dienst jaarlijks wordt beheerd en geüpdate. De voorziening kent een bepaald bereik op basis van loopafstand, rekening houdend met belangrijke barrières (water, ring, snelweg, het spoor, ...) en veilige oversteekplaatsen voor zwakke weggebruikers (tunnels, bruggen, zebrapaden met verkeerslichten). Een buurt- en wijkvoorziening krijgt een loopafstand van resp. 400 meter en 800 meter (resp. 5 en 10 min. wandelen). Voorzieningen die op stadsdeel (district of postcode) functioneren, hebben een bereik van 1600 meter (20 min. wandelen of 8 min. fietsen). De tekortzone van de voorziening geeft die woongebieden (inclusief de geplande woongebieden) weer die buiten het bereik (400 of 800m en 1600m) van een voorziening vallen. Om de tekortzone weg te werken zouden nieuwe voorzieningen in de nabijheid van deze tekortzone ingeplant moeten worden. Het beleid kan hiermee een evenwichtige ruimtelijke spreiding van voorzieningen op basis van wandelafstand plannen.CSVKMLZIPGEOJSON+2
- Met wijkpleinen bedoelen we publiek toegankelijke verharde ruimten groter dan 5 ha (of 50.000 m²): bijvoorbeeld Spoor Oost, Oude Dokken aan het Eilandje .KMLJSONZIPCSV+2
- Laag met flaneerzone, voetgangersgebied, vaak bedoeld voor winkelen.ZIPKMLGEOJSONJSON+2
- Deze kaart geeft voor iedere locatie van 1 ha in het Vlaamse en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan wat de totale score is voor knooppuntwaarde van het collectief vervoer, waarbij werd rekening gehouden met de knooppunten die deel uitmaken van het spoornetwerk (trein, tram, (pre)metro, sneltram, lightrail) en de A-bushaltes van De Lijn, en dit voor de bestaande knooppunten in referentiejaar 2022. De knooppunten die in rekening worden gebracht zijn alle knooppunten die deel uitmaken van het spoornetwerk en dus bediend worden door het collectief vervoer per spoor (trein, tram, (pre)metro, sneltram, lightrail) in Vlaanderen en Brussel en een selectie van bushaltes van De Lijn en de MIVB. Wat betreft de spoorwegstations worden ook deze in Wallonië, die vanuit Vlaanderen of Brussel te bereiken zijn per spoor (waaronder bv. Luik of Namen), en een selectie van spoorwegstations in het buitenland (met o.a. Paris Nord, London St Pancras of Aachen), in rekening gebracht. Anders dan in 'toestand 2015' die het resultaat was van de originele studie, houden we voor de selectie van bushaltes de volgende assumpties aan: Enkel bushaltes waar lijnen met minstens een 30+/-5 minutenfrequentie twee dezelfde haltes na mekaar rijden tijdens daluren (dinsdag/donderdag tussen 13u en 15u) worden in rekening gebracht. Alle lijnen die deze bushaltes aandoen (ook degene die met een bv. een uurfrequentie) worden meegenomen in de berekening van de indicatoren. Eerst wordt de knooppuntwaarde van de individuele knooppunten berekend via een al dan niet gewogen aggregatie van een aantal deelindicatoren die in de gespecialiseerde literatuur omschreven staan. Nadien gebeurt de uitstraling van de knooppuntwaarde naar elke ha-rastercel in het Vlaamse en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest via afstandsvervalfuncties, die weergeven hoe de knooppuntwaarde afneemt naarmate de reistijd tot het knooppunt toeneemt. Meer details over de methode van de totstandkoming van de onderliggende bestanden en van de combinatie en classificatie, en voor een samenvattende weergave van de legende vind je enerzijds in het eindrapport van de originele studie (uit 2016) dat je terugvindt via https://archief.algemeen.omgeving.vlaanderen.be/xmlui/handle/acd/230143 , en anderzijds in het bijkomend rapport dat de update en (beperkte) wijziging van de methodiek van de resultaten voor toestand 2022 beschrijft, meer bepaald "Crols Tomas, Verachtert Els, Poelmans Lien (2024), Ontwikkelingskansen op basis van knooppuntwaarde en voorzieningenniveau, toestand 2022. Technische fiches, uitgevoerd in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving": https://archief.onderzoek.omgeving.vlaanderen.be/OMG_RefVITO_2024_KwVn_v3.02GeoTiff
- Deze kaart geeft voor iedere locatie van 1ha in het Vlaamse en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan wat het totale voorzieningenniveau is op een schaal van 0 tot 1, als gevolg van de berekening van de nabijheid (volgens welbepaalde parameters) van voorzieningen van de volgende 3 types: basisvoorziening, regionale voorziening, metropolitane voorziening, en dit voor referentiejaar 2022. De berekening gaat uit van de ligging van de individuele voorzieningen en vervolgens wordt uitgemaakt welke ha-cellen binnen wandel- of fietsafstand gelegen zijn van de totaliteit van de voorzieningen. In verschillende stappen worden (1) de voorzieningen geaggregeerd tot een inhoudelijk-technisch verwerkbare set, (2) gewogen naargelang hun aantal in de nabije omgeving, en (3) afstandsgewogen gesommeerd. In totaal worden 50 verschillende geaggregeerde voorzieningen op kaart gezet, ingedeeld in vier klassen: onderwijs, cultuur en sport, zorg en woonondersteunende voorzieningen. De voorzieningen in Brussel werden indien mogelijk aangevuld met informatie van het Agentschap Territoriale Ontwikkeling (ATO, 2010). Meer details over de methode van de totstandkoming van de onderliggende bestanden en van de combinatie en classificatie, en voor een samenvattende weergave van de legende vind je enerzijds in het eindrapport van de originele studie (uit 2016) dat je terugvindt via https://archief.algemeen.omgeving.vlaanderen.be/xmlui/handle/acd/230143 , en anderzijds in het bijkomend rapport dat de update en (beperkte) wijziging van de methodiek van de resultaten voor toestand 2022 beschrijft, meer bepaald "Crols Tomas, Verachtert Els, Poelmans Lien (2024), Ontwikkelingskansen op basis van knooppuntwaarde en voorzieningenniveau, toestand 2022. Technische fiches, uitgevoerd in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving": https://archief.onderzoek.omgeving.vlaanderen.be/OMG_RefVITO_2024_KwVn_v3.02GeoTiff
- Laag met buurt-natuur, landbouw en water (>0,5ha). De laag toont de open ruimten die natuurlijk, agrarisch of water zijn en bovendien een recreatief medegebruik kennen. We bedoelen hiermee alles groter dan 0,5 ha (of 5.000 m²) (kleiner bestaat niet): - agrarisch of landbouwgroen, tenzij volledig ontoegankelijk - natuurlijk groen, tenzij volledig ontoegankelijk: bijvoorbeeld Hobokense Polder, Wolvenberg - water: bijvoorbeeld Galgenweel, Burchtse Weel, Dokken, Schelde Recreatief medegebruik wil zeggen dat deze ruimte beleefd, ervaren kan worden, via toegankelijke paden in of langsheen het gebied. Op deze toegankelijke paden zijn enkel passieve vormen van recreatie toegestaan. Deze datalaag wordt jaarlijks in januari geactualiseerd. (zie ook geodata-portaal - https://geoportaal.antwerpen.be/portal/home/search.html?q=belevingsgroen , open geodata-portaal - http://portaal-stadantwerpen.opendata.arcgis.com/datasets?q=belevingsgroen , becijferd in stad in cijfers - https://stadincijfers.antwerpen.be/Databank/Jive/?workspace_guid=1afba9b7-ae0e-442b-9a49-d82c97f7cf0f )JSONKMLHTMLZIP+2
- Laag met onder voorwaarden toegankelijke sportterreinen, volkstuinen, zoo (>5ha) We bedoelen hiermee alles groter dan 5 ha (of 5 0.000 m²) : - onder voorwaarden toegankelijke sportterreinen, volkstuinen groter dan 5 ha (of 5 0.000 m²): bijvoorbeeld de voetbalclubterreinen en volkstuinen in Rivierenhof, Nachtegalen park, Fort 8 , Leugenberg, het Rooi, Wilrijkse pleinen en ook de Antwerpse zoo. Recreatief medegebruik wil zeggen dat deze ruimte beleefd, ervaren kan worden, via toegankelijke paden in of langsheen het gebied. Op deze toegankelijke paden zijn enkel passieve vormen van recreatie toegestaan. Deze datalaag wordt jaarlijks in januari geactualiseerd. (zie ook geodata-portaal - https://geoportaal.antwerpen.be/portal/home/search.html?q=belevingsgroen , open geodata-portaal - http://portaal-stadantwerpen.opendata.arcgis.com/datasets?q=belevingsgroen , becijferd in stad in cijfers - https://stadincijfers.antwerpen.be/Databank/Jive/?workspace_guid=acf2b0ae-7c03-4063-af7d-fce0e4f731cf )GEOJSONHTMLZIPCSV+2
- Florabank1 is a database that contains distributional data on the wild flora (indigenous species, archeophytes and naturalised aliens) of Flanders and the Brussels Capital Region. It holds about 3 million records of vascular plants, dating from 1800 till present. Furthermore, it includes ecological data on vascular plant species, redlist category information, Ellenberg values, legal status, global distribution, seed bank etc. The database is an initiative of "Flo.Wer" (http://www.plantenwerkgroep.be), the Research Institute for Nature and Forest (INBO) (http://www.inbo.be) and the National Botanic Garden of Belgium (http://www.br.fgov.be). Florabank aims at centralizing botanical distribution data gathered by both professional and amateur botanists and to make these data available to the benefit of nature conservation, policy and scientific research. The occurrence data contained in Florabank1 are extracted from checklists, literature and herbarium specimen information. Of survey lists, the locality name (verbatimLocality), species name, observation date and IFBL square code - the grid system used for plant mapping in Belgium (Van Rompaey 1943) - are recorded. For records dating from the period 1972–2004 all pertinent botanical journals dealing with Belgian flora were systematically screened. Analysis of herbarium specimens in the collection of the National Botanic Garden of Belgium, the University of Ghent and the University of Liège provided interesting distribution knowledge concerning rare species, this information is also included in Florabank1. The IFBL data recorded before 1972 is available through the Belgian GBIF node (http://www.gbif.org/dataset/940821c0-3269-11df-855a-b8a03c50a862), not through Florabank1, to avoid duplication of information. A dedicated portal providing access to all currently published Belgian IFBL records is available at: http://projects.biodiversity.be/ifbl. All data in Florabank1 is georeferenced. Every record holds the decimal centroid coordinates of the > IFBL square containing the observation. The uncertainty radius is the smallest circle possible covering the whole IFBL square, which can measure 1 km² or 4 km². Florabank is a work in progress and new occurrences are added as they become available; the dataset will be updated through GBIF on a regularly base.
- Florabank2 is a database that contains distributional data on the bryophytes of Flanders and the Brussels Capital Region. It holds about Two hundred thousand records of mosses (Liverworths, Hornworths and Mosses), dating from 1800 till present. The database is an initiative of the Bryological and Lichenological Society of Flanders “Werkgroep Bryologie en Lichenologie” (www.mossenkorstmossen.be), the Research Institute for Nature and Forest (INBO: www.inbo.be) and the National Botanic Garden of Belgium (www.br.fgov.be). Florabank aims at centralizing botanical distribution data gathered by both professional and amateur botanists and to make these data available to the benefit of nature conservation, policy and scientific research. The occurrence data contained in Florabank2 are extracted from checklists, literature and herbarium specimen information. Of survey lists, the locality name (verbatimLocality), species name, observation date and IFBL square code, the grid system used for plant mapping in Belgium (Van Rompaey 1943), is recorded. Analysis of herbarium specimens in the collection of the National Botanic Garden of Belgium, the University of Ghent and the University of Liège provided interesting distribution knowledge concerning rare species, this information is also included in Florabank2. All data in Florabank2 is georeferenced. Every record holds the decimal centroid coordinates of the IFBL square containing the observation. The uncertainty radius is the smallest circle possible covering the whole IFBL square, which can measure 1 Km² or 4 Km². Florabank is a work in progress and new occurrences are added as they become available; the dataset will be updated through GBIF on a regularly base.