In 2020 werd bij gemiddeld 33 % van de meetputten een overschrijding van de norm van 50 mg nitraat per liter vastgesteld.De toestand is licht verbeterd, maar de laatste jaren is er een stagnatie.Te hoge nitraatconcentraties bemoeilijken bepaalde gebruikstoepassingen van grondwater zoals de productie van drinkwater en kunnen de natuurwaarden verstoren.
Filter
1424 resultaten
Milieu
- PNGCSV
- Deze kaart toont de geulenstelsels sinds 1570.GeoTIFF
- Deze kaart geeft voor het grondgebied van Vlaanderen aan, waar er waarschijnlijk veen wordt verwacht in het bodemprofiel en waar er waarschijnlijk geen veen wordt verwacht in het bodemprofiel. Deze kaart geeft een goed beeld van de ruimtelijke variatie van veen en is een eerste inschatting voor waar er met een hoge waarschijnlijkheid veen aanwezig is in Vlaanderen op basis van de best beschikbare gegevens en technieken. Voor deze kaart wordt het bodemprofiel gedefinieerd als het deel van de ondergrond vanaf 5 cm onder het oppervlak tot 1,5 m diep. De rasterkaart is het resultaat van het toepassen van de methode uit de studie 'Veen in Vlaamse bodem en ondergrond in relatie tot klimaat en boven- en ondergronds ruimtegebruik' (uitgevoerd door KUL in opdracht van DOMG) met de data verzameld in deze studie om een 5x5 m veenwaarschijnlijkheidskaart voor het bodemprofiel te berekenen. Het eindrapport van deze studie kan gevonden worden via: https://researchportal.be/nl/publicatie/veen-vlaamse-bodem-en-ondergrond-relatie-tot-klimaat-en-boven-en-ondergronds. Deze rasterkaart is opgesteld om meer informatie te geven over de lokale ruimtelijke variatie van veen dan met de 50x50 m kaart uit de studie van KUL. Dit maakt deze kaart geschikter om op lokaal niveau te gebruiken om te bepalen waar er best kan ingezet worden op veenbescherming. Voorzichtigheid blijft echter nog steeds nodig bij lokale toepassingen en vooral bij toepassingen die een zeer hoge zekerheid vereisen. Hiervoor wordt nog steeds veldverificatie als eerste stap aangeraden. De kaart is onderverdeeld in twee klassen (waarschijnlijk veen/waarschijnlijk geen veen) om visualisatie en interpretatie van de producten te vereenvoudigen. De studie maakt voor het opstellen van deze kaart zowel gebruik van historische gegevens (die kunnen teruggaan tot de 19de eeuw) als van recente gegevens van observaties van veen in de ondergrond. Zeker voor de historische gegevens is het mogelijk dat het toen geobserveerde veen nu niet meer aanwezig is, wat beperkingen oplegt aan de nauwkeurigheid van het uiteindelijke resultaat. Tijdens het aanmaken van deze kaart is er ook geen correctie gedaan voor gekende uitgravingen (havendokken, kanalen, …), infrastructuur in de ondergrond (tunnels, kelders, …) en waterlopen. Hierdoor kan het model voor deze locaties foutieve voorspellingen doen. Verder kan door de toegepaste technieken het hier bedoelde “er is waarschijnlijk veen aanwezig” zowel een dik veenpakket zijn over de volledige dikte van het bodemprofiel als een dun veenlaagje ergens in het bodemprofiel. Deze kaart vormt samen met de veenwaarschijnlijkheidskaart van het oppervlakteveen en het veen van 1,5 tot 10 m diep een set die het resultaat is van dezelfde herberekeningsoefening op basis van de resultaten van de studie uitgevoerd door KUL.GeoTIFF
- Bodemerosie leidt tot sedimenttransport doorheen het landschap totdat sedimentatie op het land optreedt of de sedimentstroom waterlopen, grachten of riolering bereikt. Deze datalaag geeft het landgebruik weer dat als basis werd gebruikt voor het modellering van erosie en sedimenttransport. De modellering werd uitgevoerd met het CN-WS model versie 4.2.3 in combinatie met pycnws versie 0.6.3. De doorrekening gebeurde op schaal Vlaanderen op een resolutie van 20 m. Deze datalaag vormt een indicatie van het landgebruik, opgedeeld in de klassen akkerland, grasland, grasstroken, bos, infrastructuur, wateroppervlakken en waterlopen. Landbouwpercelen worden als grasland beschouwd wanneer deze minstens 2 opeenvolgende jaren een permanente gewasbedekking kennen. Alle andere landbouwpercelen worden als een gemiddeld akkerland beschouwd. De modellering is gebaseerd op de landbouwpercelenkaart van 2022. Er werd rekening gehouden met de erosiebestrijdingsmaatregelen die gerealiseerd waren in 2022 via beheerovereenkomsten of via kleinschalige erosiebestrijdingswerken. Lokaal kunnen de gemodelleerde landsgebruiksklassen afwijken van het reële landgebruik, gezien elke modellering slechts een benadering van de werkelijkheid is. Er kan bovendien enkel rekening gehouden worden met de inputdata die beschikbaar zijn en een onderdeel zijn van het model.GeoTIFF
- Deze kaart geeft voor het grondgebied van Vlaanderen de veenwaarschijnlijkheid aan voor de ondiepe ondergrond (1,5 tot 10 m). Deze kaart geeft een goed beeld van de ruimtelijke variatie van veen en is een eerste inschatting voor waar er met een hoge waarschijnlijkheid veen aanwezig is in Vlaanderen op basis van de best beschikbare gegevens en technieken. De kaart geeft geen informatie over de dikte van het veen of de diepte waarop het waarschijnlijk voorkomt binnen het interval 1.5-10m. De rasterkaart is het resultaat van het toepassen van de methode en de data uit de studie 'Veen in Vlaamse bodem en ondergrond in relatie tot klimaat en boven- en ondergronds ruimtegebruik' (uitgevoerd door KUL in opdracht van DOMG) om een 5x5 m veenwaarschijnlijkheidskaart voor de ondiepe ondergrond te berekenen. Het eindrapport van deze studie kan gevonden worden via: https://researchportal.be/nl/publicatie/veen-vlaamse-bodem-en-ondergrond-relatie-tot-klimaat-en-boven-en-ondergronds. Deze rasterkaart is opgesteld zodat de methode gebruikt voor het opstellen van de veenwaarschijnlijkheidskaarten voor de drie diepte-intervallen (oppervlakteveen, bodemprofiel en ondiepe ondergrond) zoveel mogelijk in lijn blijft met elkaar. Gezien de verschillende doeleinden van deze kaart ten opzichte van de oppervlakteveen- en bodemprofielveenkaarten is beslist deze kaart in te delen in de 6 klassen voorgesteld door KUL (zeldzaam, weinig waarschijnlijk, mogelijk, waarschijnlijk, zeer waarschijnlijk, bijna zeker) en deze van 5x5 m op te schalen naar 50x50 m. Voor lokale toepassingen of toepassingen waarbij grote zekerheid over de aanwezigheid van veen vereist is met een hoog ruimtelijk detail blijft echter voorzichtigheid geboden en kan een bijkomende veldverificatie een aangewezen eerstvolgende stap zijn. Aangezien veen zeer onregelmatig kan voorkomen in het landschap kunnen de opgestelde kaarten deze variabiliteit niet perfect weergeven. De studie maakt voor het opstellen van deze kaart zowel gebruik van historische gegevens (die kunnen teruggaan tot de 19e eeuw) en recente gegevens van observaties van veen in de ondergrond. Zeker voor de historische gegevens is het mogelijk dat het toen geobserveerde veen nu niet meer aanwezig is, wat beperkingen oplegt aan de nauwkeurigheid van het uiteindelijke resultaat. Tijdens het aanmaken van deze kaart is er ook geen correctie gedaan voor gekende uitgravingen (havendokken, kanalen, …), infrastructuur in de ondergrond (tunnels, kelders, …) en waterlopen. Hierdoor kan het model voor deze locaties foutieve voorspellingen doen. Verder kan door de toegepaste technieken het hier bedoelde “er is waarschijnlijk veen aanwezig” zowel een dik veenpakket zijn over de volledige dikte van het diepte-interval als een dun veenlaagje ergens in het profiel. Deze kaart vormt samen met de veenwaarschijnlijkheidskaart van het oppervlakteveen en het bodemprofiel veen een set die het resultaat is van dezelfde herberekeningsoefening op basis van de resultaten van de studie uitgevoerd door KUL.GeoTIFF
- In Beerse liggen de bedrijven Aurubis en Campine. De activiteiten van deze bedrijven zijn een bron van zware metalen (polluent) in de omgevingslucht van Beerse. Dit brengt een gezondheidsrisico mee voor de omwonenden. De Vlaamse Milieumaatschappij volgt de luchtverontreiniging door zware metalen op vanaf 1979. In 2022 werd vastgesteld dat voor de metingen van zware metalen in depositie;CSV
- Metalen zijn per definitie niet afbreekbaar en (bio)accumuleren in het aquatisch milieu. Een aantal ervan is essentieel voor diverse biochemische processen in organismen. Bij hogere concentraties kunnen ze toxisch worden voor waterorganismen. Metalen komen in oppervlaktewater in opgeloste en in gebonden vorm voor. De opgeloste concentraties zijn ecologisch relevanter want in die vorm worden ze gemakkelijker opgenomen door aquatische organismen. Vandaar dat sinds 2010 de opgeloste concentraties gemeten worden en dat de milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater voor de opgeloste vorm gelden. Naast de toets aan de norm worden hier ook de resultaten van een statistische trendanalyse per meetplaats gerapporteerd.CSV
- Deze kaart geeft voor het grondgebied van Vlaanderen aan, waar er waarschijnlijk veen wordt verwacht aan het oppervlak en waar er waarschijnlijk geen veen wordt verwacht aan het oppervlak. Deze kaart geeft een goed beeld van de ruimtelijke variatie van veen en is een eerste inschatting voor waar er met een hoge waarschijnlijkheid veen aanwezig is in Vlaanderen op basis van de best beschikbare gegevens en technieken. De rasterkaart is het resultaat van het toepassen van de methode uit de studie 'Veen in Vlaamse bodem en ondergrond in relatie tot klimaat en boven- en ondergronds ruimtegebruik' (uitgevoerd door KUL in opdracht van DOMG) met de data verzameld in deze studie om een 5x5 m veenwaarschijnlijkheidskaart voor het oppervlak te berekenen. Het eindrapport van deze studie kan gevonden worden via: https://researchportal.be/nl/publicatie/veen-vlaamse-bodem-en-ondergrond-relatie-tot-klimaat-en-boven-en-ondergronds. Deze rasterkaart is opgesteld om meer informatie te geven over de lokale ruimtelijke variatie van veen dan met de 50x50 m kaart uit de studie van KUL mogelijk is. Dit maakt deze kaart geschikter om op lokaal niveau te gebruiken en te bepalen waar er best kan ingezet worden op veenbescherming. Voorzichtigheid blijft echter nog steeds nodig bij lokale toepassingen en vooral bij toepassingen die een zeer hoge zekerheid vereisen. Hiervoor wordt nog steeds veldverificatie als eerste stap aangeraden. De kaart is onderverdeeld in twee klassen (waarschijnlijk veen/waarschijnlijk geen veen) om visualisatie en interpretatie van de producten te vereenvoudigen. De studie maakt voor het opstellen van deze kaart zowel gebruik van historische gegevens (die kunnen teruggaan tot de 19de eeuw) als van recente gegevens van observaties van veen. Zeker voor de historische gegevens is het mogelijk dat het toen geobserveerde veen nu niet meer aanwezig is, wat beperkingen oplegt aan de nauwkeurigheid van het uiteindelijke resultaat. Tijdens het aanmaken van deze kaart is er ook geen correctie gedaan voor gekende uitgravingen (havendokken, kanalen, …), infrastructuur in de ondergrond (tunnels, kelders, …) en waterlopen. Hierdoor kan het model voor deze locaties foutieve voorspellingen doen. Deze kaart vormt samen met de veenwaarschijnlijkheidskaart van het bodemprofiel veen en het veen dat zicht situeert tussen 1,5 en 10 m diep een set die het resultaat is van dezelfde herberekeningsoefening op basis van de resultaten van de studie uitgevoerd door KUL.GeoTIFF
- Deze dataset wil een vervolg zijn op de eerste afbakening van de ecodistricten, die werd opgesteld door het Instituut voor Natuurbehoud en opgenomen in het Structuurplan Vlaanderen, deelfacet Open Ruimte (1993). Voor het opstellen van een concept voor een verfijnde ecologische indeling in Vlaanderen werd teruggegrepen naar het theoretisch uitgewerkte voorbeeld van Nederland. De theorie geeft een nauwkeurige beschrijving van de ecologische hierarchische niveaus. Bovendien is de context van de Nederlandse ecologie behoorlijk aanschouwelijk als voorbeeld voor een Vlaamse indeling. Er werd uitgegaan van een eenduidige definitie voor ecodistricten, die later aangepast werd aan de Vlaamse context (de ecologische situatie enerzijds en de beschikbaarheid van al dan niet gebiedsdekkende informatie anderzijds).Esri Shape
- Deze kaartlaag geeft een overzicht van actieve en afgeronde bemalingen in Vlaanderen. Deze informatie wordt doorgegeven door het bemalingsbedrijf via het eDOV-loket voor boorbedrijven.GML
- Cijfers van de gemeente over: ammoniak emissies veeteelt, grondwater actiegebieden, grondwater putwater, hittegolf dagen, temperatuur, luchtkwaliteit, riolering en waterzuivering, rioleringskost, uitstoot fijn stof gebouwenverwarming, waterfactuur, bekkenwerking, gebiedsspecifieke actie, pesticide, waterkwaliteit waterlopen, overstroombare gebieden en gebouwen en ten slotte signaalgebieden.CSV
- Voldoende opgeloste zuurstof (O2) in het water is een belangrijke voorwaarde voor een divers ecosysteem. Fosfor komt in het water voor als organisch gebonden fosfor en als het door planten opneembare fosfaat. Het organisch fosfor kan door mineralisatie omgezet worden tot fosfaat. Beide componenten samen worden het ‘totaal fosfor’ genoemd. Te veel nitraat (NO3) en/of fosfaat (PO4) in het oppervlaktewater kan leiden tot overmatige algenbloei waardoor bijvoorbeeld de zichtbaarheid sterk afneemt.CSV