Gedaan met laden. U bevindt zich op: Vermindering van de onroerende voorheffing voor gezinsbijslaggerechtigde kinderen

Vermindering van de onroerende voorheffing voor gezinsbijslaggerechtigde kinderen

Bekijk hieronder of u in aanmerking komt voor de vermindering van onroerende voorheffing voor gezinsbijslaggerechtigde kinderen. De vermindering geldt zowel voor eigenaars als huurders. Bij co-ouderschap kunt u een aanvraag indienen om de vermindering over beide ouders te verdelen. De Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) kent een dubbele vermindering toe aan kinderen met een erkende handicap.

Voorwaarden

U hebt recht op deze vermindering van onroerende voorheffing als er minstens 2 kinderen op 1 januari van het aanslagjaar:

  • op een adres gedomicilieerd zijn binnen hetzelfde gezin. Dat betekent dat ze op dat adres zijn ingeschreven in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister. Als er na 1 januari van het aanslagjaar kinderen bijkomen of verhuizen, heeft dat geen invloed op of u recht hebt of niet op de vermindering voor dat jaar.
  • recht hebben op gezinsbijslag. Gezinsbijslag of groeipakket is de nieuwe naam van de kinderbijslag. Het recht op gezinsbijslag eindigt ten laatste in de maand waarin het kind 25 jaar wordt.


Kinderen met een handicap

Kinderen met een handicap krijgen een dubbele vermindering in het geval dat de handicap van het kind erkend is en dat blijkt uit een algemeen attest:

  • afgeleverd door Kind & Gezin (vanaf 01/01/2019), waaruit blijkt dat het kind in totaal minstens 6 punten heeft op de medisch-sociale schaal, of minstens 4 punten in de eerste pijler.
  • afgeleverd door de FOD Sociale Zaken (tot 31/12/2018), waaruit blijkt dat het kind in totaal minstens 6 punten heeft op de medisch-sociale schaal, of een invaliditeit van minstens 66%.

Om recht te hebben op de vermindering is het dus voldoende als er één kind met een handicap in de woning gedomicilieerd is.

Aan wie kent VLABEL de vermindering toe?

  • De vermindering is altijd gekoppeld aan de woning waar de kinderen gedomicilieerd zijn. De Vlaamse Belastingdienst trekt de vermindering dus af van dat aanslagbiljet.
  • Woont u als ex-partners niet meer op dit adres samen en verblijven de kinderen afwisselend bij een van beide ouders (co-ouderschap)? Voor de vermindering kunt u:
    • ofwel zelf onderling de verdeling van de vermindering regelen, nadat ze toegekend is op het aanslagbiljet van de woning waar de kinderen gedomicilieerd zijn.
    • ofwel aan de Vlaamse Belastingdienst vragen om de vermindering proportioneel te verdelen over beide ex-partners. Een proportionele verdeling over co-ouders door de Vlaamse Belastingdienst kan pas vanaf aanslagjaar 2023 en alleen als de co-ouders beiden in het Vlaams Gewest wonen. U moet de vermindering aanvragen volgens de procedure en met de nodige bewijsstukken beschreven verder op deze pagina.
  • Ook bij co-ouderschap blijft de voorwaarde bestaan dat er minstens twee kinderen op het adres van de woning gedomicilieerd moeten zijn.

Bedrag

De vermindering voor gezinsbijslaggerechtigde kinderen is een forfaitair bedrag van 8 euro basisvermindering, dat verhoogd wordt met de opcentiemen voor de provincie en de gemeenten. Dit bedrag wordt elk jaar geïndexeerd. Voor aanslagjaar 2024 is het basisbedrag 8,32 euro; voor 2023 was het bedrag 8,00 euro.

Voorbeeld: in een gemeente bedragen de provinciale opcentiemen 400 en de gemeentelijke 1000; de totale vermindering bedraagt voor aanslagjaar 2024 dan 124,8 euro (8,32 euro basisvermindering + 33,28 (8,32 euro * 400/100) euro provinciale opcentiemen + 83,20 (8,32 * 1000/100) euro gemeentelijke opcentiemen). Voor 2023 was dat 120 euro (8 euro basisvermindering + 32 (8 euro * 400/100) euro provinciale opcentiemen + 80 (8 * 1000/100) euro gemeentelijke opcentiemen).

De Vlaamse Belastingdienst kent een dubbele vermindering toe aan kinderen met een erkende handicap. Meer info leest u in de voorwaarden hierboven.

Hoeveel de vermindering voor u persoonlijk bedraagt, kunt u makkelijk uitrekenen via de simulatie van de Vlaamse Belastingdienst.

Procedure om de vermindering te verkrijgen

Hoe u de vermindering verkrijgt, hangt af van volgende factoren:

  • of u eigenaar of huurder bent
  • of er kinderen in co-ouderschap bij beide ouders verblijven of niet.

Meent u dat u de vermindering niet gekregen hebt waar u recht op hebt? Dan kunt u of uw verhuurder bezwaar indienen bij de Vlaamse Belastingdienst.

Procedure voor eigenaars (zonder co-ouderschap)

De vermindering wordt automatisch toegekend op uw aanslagbiljet:

  • als u zelf eigenaar bent van de woning en beide ouders op dat adres samenwonen (er is dus geen co-ouderschap)
  • als u zelf eigenaar bent van de woning en er wel co-ouderschap is, maar u als ex-partners de vermindering zelf onder elkaar verdeelt.

Ambtenaren Europese instanties: jaarlijks attest bezorgen

Bent u of is uw partner personeelslid van een Europese instantie? Dan krijgt de Vlaamse Belastingdienst geen gegevens over de gezinsbijslag voor uw kinderen. Om de vermindering toe te kennen op uw aanslagbiljet, stuurt u elk jaar vóór 31 maart een attest van de personeelsdienst van de Europese instantie waar u werkt naar de Vlaamse Belastingdienst, waaruit blijkt dat uw kinderen op 1 januari van het aanslagjaar in aanmerking komen voor gezinsbijslag.

Procedure voor huurders (zonder co-ouderschap)

Huurders moeten één keer de aanvraag voor de vermindering indienen. Dat kan aan de hand van het meldingsformulier voor huurders dat u op de pagina met formulieren voor onroerende voorheffing vindt. De Vlaamse Belastingdienst kent de vermindering op het aanslagbiljet van de eigenaar toe. De eigenaar moet dit nadien in de huur verrekenen.

Ambtenaren Europese instanties: jaarlijks attest bezorgen

Bent u of is uw partner personeelslid van een Europese instantie? Dan krijgt de Vlaamse Belastingdienst geen gegevens over de gezinsbijslag voor uw kinderen. Om de vermindering toe te kennen op uw aanslagbiljet, stuurt u elk jaar vóór 31 maart een attest van de personeelsdienst van de Europese instantie waar u werkt naar de Vlaamse Belastingdienst, waaruit blijkt dat uw kinderen op 1 januari van het aanslagjaar in aanmerking komen voor gezinsbijslag.

Procedure voor eigenaars of huurders (met co-ouderschap)

Omdat de Vlaamse Belastingdienst zelf geen gegevens heeft over de verblijfsregeling bij co-ouderschap of over hoe ouders in onderling akkoord de verdeling willen regelen, moet u de verdeling over beide ouders voor kinderen in co-ouderschap zelf aanvragen. In onderstaand stappenplan leest u hoe u de aanvraag doet en waar u rekening mee moet houden:

  • Stap 1

    De voorwaarden staan hoger op deze pagina beschreven. Het heeft geen zin om een aanvraag in te dienen als er niet minstens 2 gezinsbijslaggerechtigde kinderen op hetzelfde adres binnen hetzelfde gezin gedomicilieerd zijn. De Vlaamse Belastingdienst kan ook enkel de vermindering verdelen als beide ouders in het Vlaams Gewest wonen. Want deze wordt verrekend op het aanslagbiljet onroerende voorheffing.

  • Stap 2

    Hebt u de vermindering al voor eerdere aanslagjaren aangevraagd hebt, en zijn er sindsdien geen wijzigingen aan uw gezinssituatie? Dan moet u de vermindering niet elk jaar opnieuw aanvragen. De vermindering blijft doorlopen zolang aan alle voorwaarden voldaan blijft.

    Zijn er wel wijzigingen aan de verblijfsregeling voor kinderen in co-ouderschap? Dien dan een nieuwe aanvraag in zoals beschreven in de volgende stap.

  • Stap 3
    • Vul het aanvraagformulier voor vermindering bij co-ouderschap in en ondertekenen het (bij voorkeur door beide ouders).
    • Eenzelfde aanvraag is enkel mogelijk voor kinderen die beide ouders gemeenschappelijk hebben én gedomicilieerd zijn bij dezelfde ouder. In alle andere gevallen moet voor elk kind een afzonderlijke aanvraag worden ingediend.
    • Geef in het formulier aan voor hoeveel procent van de tijd elk kind bij elke ouder verblijft. Druk het uit als een percentage, bekeken over het hele jaar.

    Voorbeeld 1: Uw kind verblijft het hele jaar door altijd afwisselend een week bij u en een week bij uw ex-partner, dan vult u 50% in.
    Voorbeeld 2: Uw kind verblijft het hele jaar door alle weekdagen bij u en alle weekends bij uw ex-partner, dan vult u 71% in (5 dagen op 7, ofwel afgerond 260 dagen op 365).
    Voorbeeld 2: Uw kind verblijft in het hele jaar één volledige maand bij u, en de rest van de tijd bij uw ex-partner, dan vult u 8% in (31 dagen op 365).

    • Als u huurder bent, noteer dan op het aanvraagformulier de gegevens van uw verhuurder. De vermindering wordt in mindering gebracht op het aanslagbiljet van de woning waar u op 1 januari van het aanslagjaar gedomicilieerd bent.
    • Stuur ook zeker een van de bewijsstukken van de gedeelde huisvesting mee op. De Vlaamse Belastingdienst aanvaardt enkel bewijsstukken opgesomd in het aanvraagformulier. Bijvoorbeeld officiële bewijsstukken over de verblijfsregeling van de kinderen, of een door beide ouders ondertekend onderling akkoord.
  • Stap 4

    In het aanvraagformulier staat vermeld hoe u het formulier indient bij de Vlaamse Belastingdienst. Let op dat u dit ten laatste op 31 maart bezorgt. Digitaal doorsturen kan via het contactformulier van de Vlaamse Belastingdienst(opent in nieuw venster).

    Voorbeeld: De vermindering voor aanslagjaar 2023 moet aangevraagd worden ten laatste op 31 maart 2023 voor de woning waar minstens twee kinderen op 1 januari 2023 gedomicilieerd zijn. Als er niets wijzigt aan de verblijfregeling van de kinderen in de loop van 2023, wordt de proportionele verdeling van de vermindering opnieuw toegepast voor aanslagjaar 2024.

  • Stap 5

    Hebt u de aanvraag ingediend? Dan wacht u tot de aanvraag volledig in orde is en in de systemen van de Vlaamse Belastingdienst is verwerkt. Als de aanvraag is goedgekeurd, trekt de Vlaamse Belastingdienst de vermindering af op de aanslagbiljetten van beide ouders.

    Als beiden of ene van beiden een woning huren, trekt de Vlaamse Belastingdienst de vermindering af van het aanslagbiljet van de verhuurder en mag u het bedrag aftrekken van de huur. De huurder en de verhuurder krijgen daar bericht van.