Gedaan met laden. U bevindt zich op: Heroïneverslaafde Patrick bouwt zijn leven weer op na een werkstraf Verhalen uit het agentschap

Heroïneverslaafde Patrick bouwt zijn leven weer op na een werkstraf

Van Patrick kan je zeggen dat hij op zijn 40ste een woelig leven achter de rug heeft. Maar dan heb je het wel heel zacht uitgedrukt. Zijn verhaal is er één van een moeilijke jeugd, drugs en een veroordeeld crimineel. Maar ook van een succesvolle terugkeer naar de samenleving. Opvallend: die terugkeer kwam er mede door een werkstraf. Of hoe een alternatieve straf een zwaar positieve impact kan hebben. “De dag dat ik mijn contract tekende, heeft mijn moeder het meteen op haar facebook gezet”.

Ik werkte, dealde en gebruikte. Meer zat er niet in.

Mijn verhaal begint bij het uit elkaar gaan van mijn ouders toen ik tien was. Of eigenlijk nog daarvoor. Mijn vader was er één van het ‘ruigere’ type. Ik was nog een kleuter toen ik voor het eerst de mishandeling van mijn moeder zag en dat is blijven doorgaan tot ze eindelijk scheidden en ik bij mijn moeder achterbleef. Ze kreeg een nieuwe relatie. Een echte mister perfect in ieder opzicht. Maar ik kon er niet bij aarden. Ik ben als jonge tiener thuis gaan lopen. Terug naar mijn vader die ook een nieuwe relatie had en waar huiselijk geweld opnieuw de regel was. Het klinkt misschien vreemd maar het voelde vertrouwd aan. Alleen, die vrouw kon mij niet uitstaan. Ze kleineerde me voortdurend. “Jij bent van de melkboer. Je vader is een echte man. Jij niet”, was één van haar favoriete uitspraken. En alweer vertrok ik. Terug naar moeder. Voor mijn vader bestond ik dan niet meer. Hij wou me niet meer zien. Moeder stuurde me naar de kinderpsycholoog voor een behandeling tegen nachtmerries en angsten. Goed bedoeld natuurlijk, maar in mijn hoofd wou ik net als mijn vader zijn. Een echte man, een straatvechter. Als ik meer op hem zou lijken, zou hij me wel opnieuw graag zien. Ik ben beginnen rebelleren. Ik werd de zware jongen van de speelplaats die experimenteerde met drugs. Op mijn zestiende had ik een speedverslaving en ben ik voor de eerste keer opgepakt voor dealen. Op mijn achttiende was ik al overgeschakeld op heroïne. Zowel in gebruik als in verkoop. Als piepjong kereltje was ik al ‘geen onbekende voor het gerecht’, zoals ze dat zeggen. Als triest hoogtepunt heb ik onder invloed een vriend neergeschoten met een wapen waarvan ik dacht dat het onklaar was gemaakt. Hij heeft het overleefd, maar het was een zware schok. ‘Onvrijwillige slagen en verwondingen met een verboden wapen’, was het vonnis. En vanaf toen was het echt helemaal naar de knoppen. Ik dealde om te gebruiken, belandde in de gevangenis en dat scenario bleef zich maar herhalen. Eén jaar ben ik clean geweest in al die jaren. Toen ik naar mijn vriendin in Afrika was gertrokken om een nieuw leven te beginnen. Aan die periode heb ik ook mijn dochtertje overgehouden. Ik heb vaak proberen afkicken. En dat lukte ook voor een tijdje, maar nooit definitief. Zolang je niets aan de onderliggende problemen doet, ben je eigenlijk een vogel voor de kat. Bij de minste problemen herval je.

Ik werkte, dealde en gebruikte. Dat zou mijn leven worden. Meer zat er niet in. Ik aanvaardde dat liever dan dat nog maar eens aan mijn dochtertje beloofde om te stoppen, om die belofte toch weer te breken. Maar dat had ook gevolgen. Ik heb dan ook afstand genomen van mijn dochter toen ik nog maar eens in de cel zat. Ik zag hoe haar bezoek in de gevangenis een grote impact had op mijn dochter. Ze leed er onder. Haar schoolresultaten kelderden, ze kreeg nachtmerries. Dit wou ik niet. Verslaafd en vader gaan moeilijk samen. En ik was verslaafd. Dus liet ik haar los.

In 2017 kreeg ik een werkstraf van 150 uur wegens het rondrijden in de wagen van mijn vriendin, onder invloed en zonder rijbewijs. Maar de uitvoering daarvan zou uiteindelijk nog bijna 5 jaar duren. Eerst moet ik weer de cel in voor drugsfeiten. Ik liet me nog maar eens overtuigen om een nieuw afkickverhaal te proberen. Niet in de buurt van mijn vertrouwde Lokeren. Maar bij Katharsis in Limburg. Ik geloofde er niet in maar wat had ik te verliezen? Katharsis is een unieke formule waarbij je zelfstandigheid centraal staat. Het was hard om te leven in een gemeenschap van verslaafden die niet altijd even vriendelijk voor mekaar zijn. Ik had gewoon een veel te kort lontje om dit te doen werken. Ik ging er eerlijk gezegd vanuit dat ik binnen de kortste keren in conflict zou komen met andere verslaafden en buiten gezet worden. Zoals het altijd gegaan is. Maar niet deze keer. Het werd al snel duidelijk dat wat ik écht niet zag zitten, de confrontatie met mezelf was. Ik wou me niet blootgeven. Voor het eerst begon ik te praten over mijn verleden en ging ik in therapie. Al die onderliggende problemen die nooit werden aangeraakt, kwamen nu naar boven en ik kon er eindelijk aan werken. En daar kwam die werkstraf bovenop. Tijdens het afkicken en de therapie.

Met collega’s praten over problemen met het lief. Dat deed deugd.

Ik ga hier niet beweren dat ik veel zin had in de werkstraf. Ik vond eerlijk gezegd dat ik genoeg te verwerken had in Katharsis. Het samenwerken met mensen die je dan moest gaan uitleggen wat je had gedaan. Ik schaamde me genoeg om mezelf. Ik had geen zin om ook nog eens de veroordelingen van mensen die ik niet ken, te ondergaan. Ik had het gevoel dat ik tot op de laatste steen was afgebroken en nu moest herbeginnen met de heropbouw. Die werkstraf zat wat in de weg. Was 20 jaar gebruik stoppen, niet goed genoeg? Nee dus.

De straf moest gepresteerd worden bij Natuurpunt Genk en was zeer fysiek. Van maaien, opkuisen, omheiningen bouwen, materiaal de berg op sleuren, palen in de grond kloppen… Noem maar op. Allemaal niet eenvoudig voor iemand die COPD (chronische longziekte) heeft na zoveel jaar heroïne roken. Ik ben nog maar 40 maar de drugs heeft me verzwakt. Maar moeilijk gaat ook. Ik had het gevoel dat ik steeds meer aankon. Dat gevoel heb ik nog. Die COPD gaat nooit meer weg, maar ik ga me er nooit achter verschuilen. En die straf draaide ook niet alleen om het werk. Ze draaide ook om mij. Ik werd gehoord. Ik kon praten met mijn begeleiders over mijn beperkingen en problemen. Maar ook gewoon over het leven. Ik praat ondertussen ook over mijn nieuw Limburgs lief die toch ook stress meebrengt (lacht). Voor een junk is de liefde niet makkelijk maar wel simpel. Gaat het niet meer goed? Dan is het tijd om elders heen te gaan. Aan een relatie werken, is onbegonnen werk. Je kan die extra druk op je leven gewoon niet aan. De drugs zijn het enige lief dat echt telt. Maar plots zat ik met collega’s te praten over problemen die iedereen heeft en vond ik de kracht om door te zetten. Voor haar en voor mezelf. De combinatie van werk en therapie deed echt wonderen. Collega’s werden vrienden. Die mannen hebben mij zelfs helpen verhuizen (glundert) van bij Katharsis naar een eigen huis. Mijn motivatie leverde resultaat. Dat was nieuw in mijn leven. Ik werd gewaardeerd. En vooral, ik begon er zelf in te geloven. Die 150 uren waren iedere seconde waard. Veel meer dan een celstraf. En toen Katharsis vroeg of ik ook nog eens drie maanden vrijwilligerswerk wilde doen om iets terug te geven aan de maatschappij, heb ik onmiddellijk gevraagd of dat ook bij Natuurpunt kon.

En als je nu eens zou blijven?

In het begin dacht ik dat het meer een kwestie van vriendelijkheid was. Limburgers zijn nu eenmaal zo. Maar de vraag of ik het zou zien zitten om bij Natuurpunt te blijven werken, dook steeds weer op. Die meenden dat dus. Ik was heel trots natuurlijk, maar ik twijfelde ook. Ik ben van Lokeren en ik mis het daar ook wel. Anderzijds was dat ook een troef geweest bij het afkicken. In mijn bekend milieu zijn er veel meer verleidingen om te hervallen. Mijn netwerk is daar druggerelateerd. Ik heb er met mijn moeder en mijn hulpverleners over gepraat. We waren het erover eens dat ik hier steviger in mijn schoenen sta. We hebben samen gebouwd aan een netwerk hier, in Hasselt. Ik blijf hier en ga om de twee weken naar Lokeren.

De dag dat ik mijn contract tekende? Dat was fantastisch. Ik heb mijn hele GSM afgebeld. Ik ben ergens geraakt! Mijn moeder heeft het meteen op haar Facebook gezet (lacht). Het was een nieuwe wereld die openging. En natuurlijk is er mijn lief nu. Ik heb zelfs opnieuw contact met mijn dochter die inmiddels 14 is. Ik wil ze graag terug in mijn leven en dat gaat niet zo snel als ik zou willen. Maar ik mag ze niet pushen. Ik moet geduld hebben. We bellen veel. Dat is toch een hele stap vooruit. Het blijft werken. Werken voor Natuurpunt maar ook werken aan mezelf. Ik blijf voortdurend op mijn hoede. Kameraden die hervallen zocht ik vroeger snel op. Je wist maar nooit of ze nog wat hadden liggen (grinnikt). Vandaag wis ik onmiddellijk hun nummer. Die hebben geen plaats meer in mijn leven. Hoe erg dat ook klinkt. Mijn zelfvertrouwen moet nog steviger. Iedere dag opnieuw.

En dat lukt ook. Ik leef weer. Ik leef eindelijk.