Kaderdecreet Vlaamse Handhaving
Het kaderdecreet leidt tot gestroomlijnde handhavingsregels op Vlaams niveau. Deze pagina informeert je over de krachtlijnen van het kaderdecreet.
Voor wie
- Je werkt voor een inspectiedienst van de Vlaamse overheid.
- Je werkt rond handhavingsbeleid bij een lokaal bestuur of provinciebestuur.
- Je werkt bij de politie of voor het Openbaar Ministerie.
Uitgangspunten en voordelen
Het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving is gericht op de stroomlijning van de Vlaamse handhavingsregels, die nu vaak nog verschillen naargelang de sector waarop ze van toepassing zijn.
Vlaamse regelgeving kan het kaderdecreet integraal overnemen of delen ervan uitsluiten als dat nodig is. Dit laat maatwerk toe, waarbij er rekening wordt gehouden met de specifieke opdrachten en context van elke inspectiedienst.
Het Kaderdecreet regelt alle handhavingsregels die binnen de bevoegdheid van Vlaanderen vallen, zowel m.b.t. de gerechtelijke als de bestuurlijke handhaving. De klemtoon ligt op de bestuurlijke handhaving omdat de bevoegdheid van Vlaanderen rond bestuurlijke handhaving het grootste is.
De instap in het kaderdecreet en de daaruit voortvloeiende stroomlijning, heeft een aantal belangrijke voordelen:
- Vlaamse inspectiediensten werken beter samen, omdat ze dezelfde regels toepassen;
- lokale inspectiediensten worden gemakkelijker materie-overschrijdend georganiseerd;
- de handhaving van Vlaamse regelgeving wordt kenbaarder voor handhavingspartners zoals parket en politie;
- de burger of de onderneming die het voorwerp vormen van een opsporingsonderzoek of een bestuurlijke sanctie- of herstelprocedure, worden geconfronteerd met eenzelfde set van regels.
Het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving bevat ook regels die de digitalisering van de handhaving van Vlaamse regelgeving voorbereiden. Samen vormen die regels de decretale grondslag van het Vlaams Handhavingsplatform.
Inhoud
Het kaderdecreet bevat onmiddellijk toepasbare procedures voor het volledige handhavingstraject.
Het regelt volgende handhavingsprocessen:
- toezicht en opsporing
- bestuurlijke sanctionering
- het opleggen en uitvoeren van bestuurlijke en gerechtelijke herstelmaatregelen
- het opleggen en uitvoeren van bestuurlijke en gerechtelijke beveiligingsmaatregelen
Toezicht heeft tot doel de naleving van Vlaamse regels te controleren, terwijl opsporing specifiek gaat zoeken naar bewijzen van misdrijven of inbreuken i.f.v. de sanctionering ervan. Toezicht en opsporing gebeuren binnen het kaderdecreet met een specifieke set van bestuurlijke toezicht – en opsporingsrechten.
Bestuurlijke sanctionering is gericht op het opleggen van bestuurlijke sancties zoals een bestuurlijke geldboete, en kan zowel betrekking hebben op gedepenaliseerde feiten (inbreuken) als op strafbare feiten die het parket heeft geseponeerd.
Een herstelmaatregel is gericht op het herstel van aangerichte schade. Een voorbeeld is het verplicht herbebossen van een zonder omgevingsvergunning gekapt bos door en op kosten van de overtreder.
Een beveiligingsmaatregel heeft het voorkomen van verdere of toekomstige schade als doel. Een voorbeeld is het onmiddellijk doen staken van een in uitvoering zijnde onvergunde ontbossing, al dan niet met verzegeling van de op het terrein aanwezige machines.
Verhouding met het Kaderdecreet 2019
Het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving 2023 vervangt het Kaderdecreet Bestuurlijke Handhaving van 22 maart 2019. Vanaf de inwerkingtreding van het nieuwe kaderdecreet kan het oude niet meer worden gewijzigd, en is het ook niet meer mogelijk om in het oude kaderdecreet “in te stappen”.
Vlaamse regelgeving die was ingestapt in het kaderdecreet 2019, krijgt drie jaar de tijd om de overstap te maken naar het nieuwe kaderdecreet of in eigen regels te voorzien.
De grootste verschilpunten tussen de kaderdecreten hebben betrekking op herstel, beveiliging en digitalisering. Deze elementen krijgen voor het eerst mee een plaats in het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving. Daarnaast wordt het Handhavingscollege bevoegd voor alle geschillen binnen het kader van de nieuwe regelgeving.
Instappen in het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving
Het kaderdecreet is niet direct van toepassing op bestaande Vlaamse regelgeving. Daarvoor zijn “implementatiedecreten” nodig, die het kaderdecreet volledig of gedeeltelijk van toepassing verklaren op de bestaande regelgeving.
In een implementatiedecreet wordt het handhavingsluik van die bestaande regelgeving aangepast op basis van het kaderdecreet Vlaamse Handhaving. Hierdoor kunnen grote delen van de oorspronkelijke regelgeving worden geschrapt. Anderzijds kunnen ook delen van het kaderdecreet worden uitgesloten waar dat nodig is.
Via een algemeen implementatiedecreet (ID) werd meteen een belangrijk pakket van Vlaamse regelgeving onder het Kaderdecreet Vlaamse Handhaving gebracht.
Het algemeen implementatiedecreet(opent in nieuw venster) dateert van 26 april 2024. Het is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 17 juni 2024, en treedt in werking op 1 april 2026.
Het algemeen implementatiedecreet regelt de instap van volgende Vlaamse regelgeving. Via de hyperlinks kan je de gecoördineerde versies van de decreten terugvinden zoals ze zullen zijn vanaf 1 april 2026:
- Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid (DABM)(opent in nieuw venster)
- Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO)(opent in nieuw venster)
- Onroerenderfgoeddecreet(opent in nieuw venster)
- Varenderfgoeddecreet(opent in nieuw venster)
- Logiesdecreet(opent in nieuw venster)
- Decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid(opent in nieuw venster)
Daarnaast zijn er een aantal losse regelgevende initiatieven, waarbij naar aanleiding van een bredere aanpassing van de betrokken regelgeving meteen ook de instap in het kaderdecreet wordt geregeld.
Allereerst zijn er twee volledig nieuwe decreten, die vanaf hun inwerkingtreding zullen instappen in het kaderdecreet. Deze decreten zijn het decreet over het Professioneel Rijonderricht(opent in nieuw venster) en het decreet over e-boeken en bijbehorende software(opent in nieuw venster). Deze zijn reeds gestemd en zullen bij hun inwerkingtreding in de loop van 2025 en 2026 meteen instappen in het kaderdecreet.
Daarnaast zijn er ook decreten die vandaag al in werking zijn, en n.a.v. een bredere wijziging instappen. Een voorbeeld daarvan is het decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B,(opent in nieuw venster) waarop het KVH naar verwachting in 2026 van toepassing zal worden.
Zo wordt er ook gewerkt aan enkele wijzigingen aan het decreet houdende de justitiehuizen en de juridische eerstelijnsbijstand(opent in nieuw venster), waarbij eveneens de instap in het kaderdecreet voorzien zal worden (opgepast, deze hyperlink verwijst naar de huidige versie aangezien de wijzigingen nog niet ingediend zijn bij het parlement).
Het verhaal stopt niet bij de decretale implementatiebepalingen die het kaderdecreet van toepassing verklaren op de specifieke regelgeving. Voor elk van deze decreten is er nog een uitvoeringsbesluit (of de wijziging van een bestaand besluit) nodig tegen de datum van het intreden in het kaderdecreet om enkele concrete zaken te regelen. Denk bijvoorbeeld aan de aanstelling, de opleiding en specifieke bevoegdheden van toezichthouders. Sommige zaken moeten verplicht geregeld worden in het uitvoeringsbesluit, terwijl andere slechts opgenomen moeten worden indien er een afwijkende of meer gespecialiseerde regeling wenselijk is.
Het regelgevend proces is volop aan de gang. Twee ontwerpen, namelijk het omgevingshandhavingsbesluit(opent in nieuw venster) en het wijzigingsbesluit onroerend en varend erfgoed(opent in nieuw venster), wachten op advies van de Raad van State. Vervolgens kunnen de aan de adviezen aangepaste ontwerpen definitief goedgekeurd worden door de Vlaamse regering. Andere besluiten worden de komende maanden opgesteld, zoals de uitvoeringsbesluiten voor het decreet over e-boeken en bijbehorende software, het decreet houdende de justitiehuizen en de juridische eerstelijnsbijstand, het logiesdecreet en de andere instappers.
Op het principe dat het kaderdecreet maar van toepassing wordt na het inschrijven van een implementatiebepaling, bestaan een beperkt aantal uitzonderingen, die principieel van toepassing zijn op het geheel van de Vlaamse regelgeving.
Het kaderdecreet is direct toepasbaar voor:
- het verzamelen van gerechtelijke uitspraken in de arrestendatabank(opent in nieuw venster).
- de bepalingen m.b.t. het Vlaams Handhavingsplatform, voor zover geactiveerd door een Besluit van de Vlaamse Regering(opent in nieuw venster) voor de betreffende Vlaamse regelgeving.
- het gebruik van de toezichtsrechten van de Vlaamse inspectiediensten door het Europees bureau voor fraudebestrijding (OLAF)
Motiveringsplicht bij het aannemen van nieuwe handhavingsregels of het wijzigen van bestaande regels
Het kaderdecreet Vlaamse handhaving bevat een standaardregeling voor de handhaving van Vlaamse regelgeving. In de memorie van toelichting bij nieuwe Vlaamse ontwerpdecreten moet dan ook worden vermeld of die standaardregeling uit het kaderdecreet zal worden gebruikt of niet. Er is een motivatieverplichting als er wordt afgeweken van het kaderdecreet. Lees meer in de omzendbrief ‘Beleids- en regelgevingsprocessen’ van 17 mei 2019(PDF bestand opent in nieuw venster).
Nuttige documenten
- Kaderdecreet Vlaamse Handhaving (KVH)(opent in nieuw venster)
- Algemeen implementatiedecreet (opent in nieuw venster)
- Algemeen implementatiedecreet (Mvt)(PDF bestand opent in nieuw venster)
- Kaderdecreet Bestuurlijke Handhaving(opent in nieuw venster)
- Besluit van de Vlaamse Regering over de digitalisering van de handhaving van diverse Vlaamse regelgeving(opent in nieuw venster)