Gedaan met laden. U bevindt zich op: DIOB - Decreet houdende de bevordering van de integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur Handhavingsbeleid in Vlaanderen

DIOB - Decreet houdende de bevordering van de integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur

Vlaanderen wil vermijden dat de Vlaamse overheid en de lokale overheden ongewild georganiseerde en ondermijnende criminele activiteiten en personen zouden faciliteren.

Het decreet houdende de bevordering van de integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur (kort: het DIOB-decreet)  laat die openbare besturen toe op grond van een verhoogd risico op crimineel misbruik op gegronde wijze vergunningen, concessies, subsidies en dergelijke te weigeren, te schorsen of op te heffen, of er voorwaarden aan te verbinden.

Deze pagina informeert je over de krachtlijnen van dit decreet.

Voor wie

Je werkt voor een dienst binnen een gemeente, een Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn, een intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid, een provincie of de Vlaamse overheid die bevoegd is voor het toekennen van vergunningen, concessies, subsidies, premies… (of andere rechten op basis van Vlaamse regelgeving).

Uitgangspunten

Toepassingsgebied

Het DIOB-decreet wil de Vlaamse bevoegdheden gebruiken om te beletten dat openbare overheden georganiseerde en ondermijnende criminele activiteiten/personen zouden faciliteren, en dit door het aspect veiligheid horizontaal toe te voegen aan de beoordelingsgronden m.b.t. de vergunningen, subsidies… opgenomen in Vlaamse regelgeving.

Het decreet bevat een regeling die een betere informatiedeling moet toelaten tussen de verschillende beleidsniveaus. Na het voeren van een integriteitsonderzoek kan het bevoegde bestuur op gegronde wijze vergunningen, concessies, subsidies en dergelijke laten weigeren, schorsen, opheffen of voorwaarden aan verbinden, als er ernstige aanwijzingen zijn dat de begunstigde deze rechten misbruikt, zal misbruiken of laat misbruiken om rechtstreeks of onrechtstreeks deel te nemen aan sanctioneerbare feiten.

Sanctioneerbare feiten zijn feiten waarvoor een strafrechtelijke of bestuurlijke sanctie kan worden opgelegd en die kaderen binnen:

  • Terrorisme
  • Witwassen van geld
  • Heling
  • Georganiseerde criminaliteit, met name het geheel van misdrijven gepleegd door een criminele organisatie
  • Illegale drughandel
  • Illegale handel in wapens
  • Mensensmokkel
  • Mensenhandel
  • Exploitatie van ontucht of prostitutie van een minderjarige
  • Illegaal gebruik bij dieren van stoffen met hormonale werking of illegale handel in dergelijke stoffen
  • Illegale handel in menselijke organen of weefsels
  • Fiscale fraude
  • Sociale fraude
  • Verduistering door personen die een openbare functie uitoefenen
  • Milieucriminaliteit
  • Namaking van muntstukken of bankbiljetten, namaking of vervalsing van zegels, stempels en merken en valsheid in geschriften, in informatica en in telegrammen
  • Namaak van goederen
  • Diefstal
  • Afpersing
  • Informaticabedrog
  • Voedsel- en geneesmiddelencriminaliteit, met name opzettelijk gepleegde inbreuken op de reglementering met als gevolg dat de gezondheid van mensen en/of van dieren op ernstige manier bedreigd of aangetast wordt
  • Vermenging van levensmiddelen
  • Misdrijven die verband houden met insolventie
  • Misbruik van vertrouwen, oplichting en bedriegerij
  • Inbreuken op het beroepsverbod voor gefailleerden
  • Misbruik van andermans kwetsbare toestand door de verkoop, verhuur of terbeschikkingstelling van goederen met de bedoeling een abnormaal profijt te realiseren
  • Aantasting van de seksuele integriteit
  • Verkrachting
  • Benaderen van minderjarigen voor seksuele doeleinden
  • Seksuele uitbuiting van minderjarigen met het oog op prostitutie, het vervaardigen of verspreiden van beelden van seksueel misbruik van minderjarigen, pooierschap en verzwaard misbruik van prostitutie
  • Misdaden met betrekking tot het nemen van gijzelaars
  • Bedreigingen met een aanslag op personen of op eigendommen en valse inlichtingen betreffende ernstige aanslagen
  • Bedreigingen met kernmateriaal, met biologische wapens of chemische wapens

Het integriteitsonderzoek en de integriteitsbeoordeling

Het bevoegde openbaar bestuur kan de beslissingen tot weigering, schorsing… alleen nemen op basis van een gemotiveerde integriteitsbeoordeling waaruit blijkt dat er een aanwijsbaar ernstig risico - gebaseerd op feiten, omstandigheden of redelijke vermoedens - bestaat dat het recht wordt misbruikt of zal worden misbruikt om een van volgende acties te plegen:

  1. toelaten dat uit eerder gepleegde sanctioneerbare feiten verkregen voordelen, al dan niet financieel van aard, worden benut;
  2. sanctioneerbare feiten plegen.

Bij de integriteitsbeoordeling wordt rekening gehouden met de ernst van de feiten en de relatie van de houder of aanvrager van het recht tot de sanctioneerbare feiten.

Het integriteitsonderzoek en de integriteitsbeoordeling hebben alleen betrekking op de natuurlijke en rechtspersonen die de begunstigde zijn van het recht of de gekende of de vermoedelijke lastgever van de begunstigde.

Het integriteitsonderzoek en de integriteitsbeoordeling:

1° zijn niet discriminatoir;

2° zijn duidelijk, ondubbelzinnig en objectief;

3° gebeuren op een transparante wijze.

Het bevoegde openbaar bestuur of de DIOB (de federale Directie Integriteitsbeoordeling voor Openbare Besturen(opent in nieuw venster)) voert het integriteitsonderzoek uit. Als een openbaar bestuur over onvoldoende informatie beschikt om een omvattend integriteitsonderzoek uit te voeren, kan het een adviesvraag stellen aan de DIOB (hiervoor is eerst wel een samenwerkingsakkoord vereist).

Om mogelijke of lopende vooronderzoeken in strafzaken te vrijwaren, brengt het openbaar bestuur het Openbaar Ministerie op de hoogte van zijn voornemen om een integriteitsonderzoek in te stellen. Het Openbaar Ministerie beschikt over een vervaltermijn van dertig dagen vanaf de kennisgeving om bezwaar in te stellen tegen het instellen van een integriteitsonderzoek. Dit bezwaar moet worden gevolgd.

Waarborgen

  • Hoorrecht voor de betrokkene (of zijn raadsman).
  • Alle geldende waarborgen verbonden aan het recht waarop de beslissing betrekking heeft. Het aspect veiligheid, nl. het mogelijk ondermijnend karakter, wordt horizontaal ingevoerd in de Vlaamse regelgeving. Dit wil zeggen dat bv bij de toekenning van een vergunning de bestaande voorwaarden, procedures en waarborgen verbonden aan die vergunning blijven gelden. Het aspect veiligheid wordt er louter aan toegevoegd. Dit betekent bv. dat in het kader van een omgevingsvergunning de bestaande beroepsprocedures bij de bestendige deputatie en/of de Raad voor Vergunningsbetwistingen gewoon blijven bestaan, en dat het aspect veiligheid hierin wordt meegenomen.
  • Het is geen systeem waarbij iedereen systematisch gecontroleerd kan worden. Een onderzoek gebeurt steeds individueel, proportioneel en in concreto, enkel indien er bepaalde aanwijzingen zijn en steeds volgens de procedures en waarborgen van het decreet.

Samenwerkingsakkoord

  • Er moet een samenwerkingsakkoord afgesloten worden met de federale overheid om de toegang tot bepaalde federale gegevensbronnen te regelen en om het federale DIOB-bureau in te kunnen schakelen voor de integriteitsbeoordeling op grond van het DIOB-decreet.

Inwerkingtreding

  • De inwerkingtreding van het decreet is gedelegeerd aan de Vlaamse Regering. Tot op heden werd er nog geen uitvoeringsbesluit goedgekeurd en is de regeling nog niet van toepassing.