De vrouwelijke hand bij de enkelband
Eén van de enige jobs bij het Agentschap Justitie en Handhaving waar mannen het numerieke overwicht hebben: hoe doen de vrouwen het bij de Mobiele Eenheid?
Je moet niet bij iedereen binnenkomen alsof het allemaal harde criminelen zijn.
“Ik kan het stiller zetten, maar ik zet het niet af.” De playlist van Katja, medewerker bij de Mobiele Eenheid van het Vlaams Centrum Elektronisch Toezicht (VCET) bevat het zwaardere gerief, waar ondergetekende ook een lichte voorkeur voor heeft. We zijn meteen gelanceerd in een gesprek over de festivals die we afgelopen zomer hebben gedaan; Graspop, Alcatraz. De sfeer zit meteen goed.
In het Agentschap Justitie en Handhaving werkt meer dan tachtig procent vrouwen, maar bij de hele Mobiele Eenheid van het VCET zijn ze met twee in een team van negentien. Hoe komt het dat vrouwen daar hun weg niet naartoe vinden? “Ik weet het niet. Je gaat in gevangenissen en bij daders en verdachten thuis enkelbanden aansluiten. Maar justitieassistenten en andere collega’s gaan toch ook op huisbezoek bij daders of werken in gevangenissen? Misschien omdat je de hele dag op de baan bent? Ik vind het zelf heerlijk om onderweg te zijn. Ik kende de sector niet, maar de afwisseling sprak mij aan toen ik de vacature zag.” Katja is niet gemaakt om stil te zitten. “Het enige dat ik nog zou willen is mijn job kunnen uitoefenen op de moto! Dat zou toch veel handiger zijn om overal te parkeren?”
Het is mijn tweede keer op pad met iemand van de Mobiele Eenheid, de eerste keer met één van de vrouwen. Ik vraag me af of er een verschil is: in de reactie van de justitiabelen, haar aanpak …
De gevangenis
In de gevangenis van Mechelen ontmoeten we twee gedetineerden die met enkelband thuis hun detentie kunnen verderzetten. De ene, ietwat oudere man draagt een trainingspak en spreekt Engels met een accent dat ik niet kan plaatsen. De andere is ingepakt in een dikke rode jas, tegen de koelte binnen de muren.
Beide heren zijn bekend met het systeem. De oudere man begint aan een relaas dat klinkt alsof hij het al vaker had gedaan – over wat hij allemaal niet mag: onderweg naar huis naar het postkantoor gaan om een brief te halen, even langs de winkel, pauzeren, een omweg nemen … niet toegestaan. Meteen naar huis, langs de kortste weg. Hij weet dit, maar klaagt er toch nog even over. Katja luistert, houdt haar antwoorden kort, ze bevestigt de regels en laat haar mening erover niet blijken.
Terwijl Katja enkelomtrekken opmeet en enkelbanden omgespt, gaan de mannen inmiddels verder met een betoog over het Belgische justitiesysteem dat volgens hen niet werkt – de cipier knikt overtuigd mee. Zo halen ze een voorbeeld aan van een medegevangene die er al zes maanden zit na een jasdiefstal, maar dat er een zwaardere crimineel na twee maanden al buiten ging. Hij had meer geld, een betere advocaat, dus het is niet eerlijk, zo was de teneur. Zo hoort u het ook eens van de kant van de criminelen: “Justitie, je geraakt daar niet uit”. Katja onderbreekt rustig om uitleg te geven over de enkelband en de volgende stappen die de heren kunnen verwachten wanneer ze thuis aankomen.
Terug in de auto geeft ze wel haar mening over het gesprek. “Je snapt die mannen wel hé, het is logisch dat ze met frustraties zitten. Maar ik kan er niets aan doen.” Zij is er om haar job uit te voeren, en dat doet ze op een professionele manier.
Nieuw materiaal, extra werk
We bellen aan bij het appartementsgebouw waar onze volgende aansluiting is. Het materiaal moet daar vervangen worden: het VCET brengt nieuwe enkelbanden in omloop en daarom heeft de Mobiele Eenheid veel extra werk om rond te gaan en materiaal te vervangen.
We komen binnen in een kleine inkomhal waar alle schoenen en pantoffels staan; de twee jongemannen die thuis zijn bewegen zich rustig door de ruimtes bedekt met tapijten en kussens om het geheel comfortabel te maken. Er is amper ander meubilair. De kamergenoot van de enkelbanddrager vraagt ons of we van de politie zijn. Hij geeft toe dat hij nerveus is. Katja verzekert hem van niet, dat we er alleen zijn voor de enkelband. Ze maakt een grapje, “ik bijt niet, ik heb al gegeten.” Hij wordt er niet minder nerveus om. De jongen met de enkelband schuifelt nerveus rond en spreekt weinig. Katja spreekt hem aan om uitleg te geven, maar houdt zich verder in stilte bezig. Katja lijkt iemand die graag in gesprek gaat, maar binnen bij de mensen is ze vriendelijk, kordaat waar nodig, en concentreert zich op het afwerken van de taak. Ze geeft ruimte aan de justitiabelen en hun omgeving om het gesprek op te zoeken, wat ze soms doen.
De enkelbanddrager begint stilletjes zijn verhaal te vertellen, alsof hij zich ook tegenover ons moet verantwoorden: hij zat in een WhatsApp groep waar van alles werd bekokstoofd, maar hij was niet betrokken. Het onderzoek loopt, maar duurt lang omdat er mensen vanuit verschillende landen bij betrokken zijn. Katja knikt, “ja dat kan lang duren, dan.” Hij heeft wel een tattoo van een vuurwapen op zijn voorarm. Katja zegt me achteraf, “die had ik ook meteen opgemerkt.” We vergelijken onze verdere observaties: dat de kamergenoot constant bleef kijken, hoeveel mensen we denken die er wonen op basis van het aantal paar pantoffels. Het valt op dat Katja alles gezien heeft, ook al is ze constant in de weer. Heeft ze zich ooit onveilig gevoeld? “Nee, ik heb nog nooit schrik gehad. Maar je moet wel opletten.” Op je hoede zijn is geen overbodige luxe. En dat is ze, minstens even onbewust als bewust.
“Kijk, ik heb geen gemakkelijk leven achter de rug. Ik ga tijdens deze job niets tegenkomen wat mij van mijn melk brengt,” stelt ze. In haar houding zie je inderdaad iemand met een pantser waarop alles afketst. Maar evenzeer iemand die ten volle van het leven geniet, zelfs als het tegenzit. Katja worstelt met een chronische ziekte – waardoor ze op festivals en concerten vaak gebruik maakt van de voorzieningen voor mensen met een beperking. Dat doet ze met een groep hechte vrienden: “die heet ‘De Bende van Ellende’!” Vertelt ze lachend. Helpen haar ervaringen haar dan in haar werk? “Weet je, ik begrijp heel goed hoe het allemaal snel mis kan lopen, soms bega je gewoon een misstap. Je moet niet bij iedereen binnenkomen alsof het allemaal harde criminelen zijn. Maar je moet ook niet met je laten sollen.”
Sommige mensen verwachten echt niet dat een vrouw hun enkelband komt aansluiten. Maar dat werkt vaak ontwapenend.
Een mama met een nieuwe start
Een dame is net verhuisd, dus haar materiaal moet opnieuw ingesteld worden op het nieuwe adres. Wanneer we aankomen in de namiddag, is zij volop in de weer om haar nieuwe stekje schoon te maken. Een van de eerste dingen die de dame had uitgepakt zijn foto’s om aan de muur te hangen. Er hangt een geboortekaartje bij. “Jouw zoontje?” De dame valt eerst wat stil, maar een beetje later vertelt ze vol liefde over haar kindje, dat enkele maanden oud is. Hij is niet bij haar momenteel. We stellen geen verdere vragen, zeggen alleen dat het een mooi kindje is, en wensen haar veel geluk. Ongeacht de omstandigheden is het afschuwelijk om lang gescheiden te zijn van je baby. Ik merk dat Katja tijdens dit bezoek wat rustiger is. Haar stem iets zachter, haar bewegingen op één of andere manier kleiner. Ik vraag haar later of dat dat is omdat we bij een vrouw zijn binnengegaan: “Nee, al kan het zijn dat we ons onbewust een beetje aanpassen. Maar ik merkte dat ze zelf heel stil was.” Vandaag gebeurde het niet, maar heeft Katja al opmerkingen gekregen over het feit dat zij als vrouw binnenstapt bij mensen? “Ja. Sommige mensen verwachten echt niet dat een vrouw hun enkelband komt aansluiten. Maar dat werkt vaak ontwapenend, hoor. Sommige mensen gaan altijd klagen of lastig doen. Maar als ze te veel klagen, dan maak ik gewoon duidelijk dat het alternatief de gevangenis is. Communicatie is hetgeen dat je nodig hebt om deze job goed te kunnen doen.” En laat dat net iets zijn waar vrouwen toch sterk in geacht worden.
Marokkaanse pannenkoeken
De laatste van de dag, toevallig heel dicht bij mijn deur, is één van de mannen die we die ochtend in de gevangenis hebben gezien. Hij is rechtstreeks naar huis gegaan met zijn enkelband, en nu gaat Katja in zijn appartement de apparatuur aansluiten, die registreert wanneer iemand binnen of buiten de perimeter is. Hij begroet ons met veel vreugde, alsof het een weerzien met vrienden is. Meteen is duidelijk dat hij een vaste klant is. Ik zie zijn stepper al klaarstaan in de hoek, om toch beweging te krijgen wanneer hij zijn huis niet mag verlaten. Hij zit in voorlopige hechtenis, en moet dus 24/7 binnenblijven. Hij vertelt dat zijn mama die ochtend de koelkast al was komen vullen, vol Marokkaanse lekkernijen. “Eten jullie graag Marokkaans?” Katja antwoordt enthousiast van wel. Ze delen even een, gezien de omstandigheden grappige, uitwisseling van een opsomming van gerechten en commentaren als “heerlijk!” “dat is echt het beste!” Vooral Marokkaanse pannenkoeken komen aan bod. “Heb je die al gegeten?” vraagt de man aan mij. Ik schud mijn hoofd. “Mijn mama wilt er altijd maken hé! Je bent altijd welkom om een pannenkoek te komen eten.” Alweer, alsof je een vriend uitnodigt op de koffie. Ik lach de uitnodiging weg, en antwoord “Je mama is heel lief om voor jou te koken.” En om haar zoon onvoorwaardelijk te steunen. “De beste!” zegt hij.
Mama’s liefde overwint veel. En zo is er nog een vrouw die vandaag de hoofdrol speelt.
(Auteur: Kate Luysterborg)