Gedaan met laden. U bevindt zich op: Sectorale job creatie en job destructie in Vlaanderen

Sectorale job creatie en job destructie in Vlaanderen

Onderzoeksrapport
december 2009
Departement Werk en Sociale Economie
In analyses van tewerkstellingsgroei is niet enkel de netto verandering- dat wil zeggen, het verschil tussen gecreëerde en vernietigde tewerkstelling – belangrijk, maar ook de individuele componenten van deze netto tewerkstellingsgroei. Zo kan een totale tewerkstellingsgroei van bijvoorbeeld 3% een onderliggende job creatie van 4% en een job destructie van 1% inhouden, maar net zo goed een onderliggende job creatie van 20% en een job destructie van 17%. Om deze componenten in kaart te brengen wordt in de (beleids)economische literatuur gebruik gemaakt van een zogeheten job creatie job destructie analyse (zie bijvoorbeeld Dunne, Haltiwanger en Samuelson 1989; Davis en Haltiwanger 1990; Blanchflower en Burgess 1993; Contini en Revelli 1993; Davis, Haltiwanger en Schuh 1993; Konings 1995). Dit rapport voert deze analyse uit voor Vlaamse regio’s: de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen, en de hoofdstad Brussel. Er wordt ook rekening gehouden met verschillende sectoren, en de resultaten worden vergeleken met de kwantitatieve veranderingen gevonden in het WSE rapport “Kwantitatieve veranderingen in de banenstructuur in België en Vlaanderen”.
Publicatiedatum
December 2009
Publicatietype
Onderzoeksrapport
Thema's
Toegang tot de arbeidsmarkt , Arbeidsmarkt
Auteur(s)
Steunpunt Werk en Sociale Economie, KULeuven, Maarten Goos, Anna Salomons
Reeks
WSE-onderzoeksrapporten