Gedaan met laden. U bevindt zich op: Zero-emissiezones voor stadslogistiek (ZES) Duurzame mobiliteit

Zero-emissiezones voor stadslogistiek (ZES)

Vanaf 2025 zet de Vlaamse overheid grote stappen naar emissievrije stadslogistiek via zero-emissiezones voor stadslogistiek (ZES) in de centrumsteden. Om die stappen voor te bereiden, wordt er gewerkt aan een uniforme regelgeving.

Uitlaatgassen weren uit centrumsteden

Stedelijke logistiek (rondbrengen van pakjes, leveringen voor winkels, afvalophaling ...) draagt buitenproportioneel bij aan vervuiling. Het staat in voor een kwart van de CO2-uitstoot en voor 30 tot 50% van de uitstoot van andere emissies, zoals stikstofoxide en fijnstof. Daarnaast speelt logistiek ook een rol in files, verkeersveiligheid, ruimtebeslag en geluidsoverlast.

Daarom wil de Vlaamse overheid werk maken van meer duurzame stedelijke logistiek en het voorgoed weren van vervuilende vracht- en bestelwagens uit de stad via zero-emissiezones voor stadslogistiek (ZES).

Doelstelling Vlaams regeerakkoord

In 2019 nam de Vlaamse Regering emissievrije stedelijke distributie op als doel in het Vlaamse regeerakkoord. Het is tegelijkertijd ook een doelstelling van het Vlaams Energie- en klimaatplan 2021-2023 en het Vlaamse Luchtbeleidsplan 2030.

Opstart project emissievrije stedelijke distributie

In juli 2021 werd het project emissievrije stedelijke distributie opgestart. Het doel van dit project is om tot een gedragen kaderovereenkomst te komen tussen de Vlaamse overheid, de lokale besturen en de logistieke sector. Die kaderovereenkomst heeft als doel een heldere regelgeving te creëren die voor iedereen haalbaar is. Dit traject verliep in verschillende fases:

  • Stap 1

    Voorbereidend onderzoek

    Voor het voorbereidend onderzoek werden centrumsteden Antwerpen, Leuven en Kortrijk als studiegebied gebruikt. Er werd gekeken naar hoe de logistiek in deze centrumsteden emissievrij kan worden.

    Meer specifiek werd er onderzocht hoe de logistiek er vandaag uitziet: welke voertuigen er rijden, naar welke bestemmingen en hoeveel ritten ze maken. Daarna werd er gekeken naar hoe die distributie emissievrij kon gemaakt worden, om zo een beeld te vormen van de impact op het logistieke wagenpark, de nood aan laadinfrastructuur en de kostenraming.

  • Stap 2

    Start stakeholdertraject

    Op 8 november 2023 was de start van het stakeholdertraject met andere overheden, lokale besturen en bedrijven uit de logistieke sector. Ze ondertekenden de officiële intentieverklaring waarmee ze aantonen zich te willen engageren voor het opstellen van een kaderovereenkomst. Dit was de start van een intensief stakeholdertraject met veel overlegmomenten. Het doel is een uniforme en gedragen regelgeving en een flankerend beleid.

    De intentieverklaring werd ondertekend door Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters, VVSG, het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, de Vlaamse Milieumaatschappij, het Agentschap Binnenlands Bestuur, Belgian Cycle Logistics Federation, Vlaio (Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen), Bond Beter Leefmilieu, Comeos Vlaanderen, Unizo, Embuild, Bouwunie, Empowering Logistics, Febiac, Fluvius, Transport & Logistiek Vlaanderen, Febetra, het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap en de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA).

    Gemeentes die interesse hebben om een zero-emissiezone in te voeren, mogen steeds mailen naar stedelijkelogistiek@mow.vlaanderen.be(opent in uw e-mail applicatie).

  • Stap 3

    Pilootprojecten

    In het voorjaar van 2024 gingen er pilootprojecten van start in verschillende Vlaamse steden. De steden krijgen 12 maanden lang de mogelijkheid om hun ideeën om te zetten in de praktijk. Dan volgt een evaluatie.

  • Stap 4

    Kaderovereenkomst

    Daarna volgde een intensief en constructief stakeholdertraject van 6 maanden waarin vrijstellingen, individuele toelatingen, handhaving, flankerende maatregelen (waaronder subsidies voor voertuigen en laadinfrastructuur) en het ambitieniveau werden besproken. De uitkomst werd neergeschreven in een kaderovereenkomst.

    Met deze kaderovereenkomst heeft Vlaanderen een uniforme regelgeving opgezet die gedragen wordt door de sector en van toepassing is op alle Vlaamse steden. De overeenkomst bestaat uit duidelijk geformuleerde doelstellingen, een coherentie visie op hoe de Vlaamse overheid deze doelstellingen wil bereiken, en het flankerend beleid dat nodig is.

Belangrijkste elementen in de kaderovereenkomst

De kaderovereenkomst bevat meerdere maatregelen, gaande van de integratie van ZES in het mobiliteitsbeleid van steden en gemeenten én het uitwerken van regelgeving, over de implementatie van handhavingssystemen én het stimuleren van de modal shift tot monitoring en evaluatie én het aanbieden van emissievrije vervoermiddelen en laadinfrastructuur.

De overeengekomen ambitie voor voertuigen die de ZES betreden is als volgt:

  • Voor nieuw aangekochte bestelwagens (N-1) is het de bedoeling om vanaf 2027 emissievrij te zijn, voor alle voertuigen binnen die categorie is dat 2033.
  • Voor nieuwe N2- en N3-vrachtwagens en -tractoren is het ambitieniveau 2029, voor alle voertuigen werd dat 2035.
    • Uitzondering: N-2-voertuigen met een referentiemassa kleiner dan 2610 kg vallen onder de N1-regelgeving.

Ook voor de toegelaten euronormen van voertuigen is een ambitieniveau opgenomen in de overeenkomst. Zo werd vastgelegd dat Vlaanderen de meest vervuilende voertuigen (voertuigen ouder dan 15 jaar) uit stadskernen weert. Om zero-emissiezones voor stadslogistiek zo eenvoudig mogelijk in te voeren, blijkt dat een handhavingssysteem aan de hand van slimme camera’s het meest geschikt. Wat betreft buitenlandse voertuigen die zich niet aan de regelgeving houden, zijn wegcontroles het meest aangewezen.

De kaderovereenkomst bevat een voorstel voor de flankerende maatregelen die nodig zijn bij de invoering van zero-emissiezones voor stadslogistiek. Een volgende regering kan beslissen over de concrete uitwerking van die maatregelen.

Lijst van stakeholders

De kaderovereenkomst werd ondertekend door vertegenwoordigers van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW), de Vlaamse Milieumaatschappij, het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA), het Agentschap Binnenlands Bestuur, VLAIO (Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen), de VVSG, Belgian Cycle Logistics Federation, Bond Beter Leefmilieu, Comeos Vlaanderen, Unizo, Embuild, Bouwunie, VIL, Febiac, Synergrid, Transport & Logistiek Vlaanderen, Febetra, BECOM en NELECTRA.

Next steps

Met deze kaderovereenkomst kan een volgende Vlaamse Regering een regelgevend kader opstellen voor emissievrije zones voor vrachtvervoer in Vlaamse steden. Wanneer de Vlaamse Regering deze stappen gezet heeft, kunnen steden en gemeenten daarmee verder aan de slag gaan en dit opnemen in hun bestuursakkoord. Vlaamse steden zullen dus zelf kunnen beslissen op welk moment ze een zero-emissiezone invoeren. De eerste zones kunnen er komen vanaf 2027. Tot slot zullen de transportsector en de steden betrokken worden in het vervolgtraject via een evaluatiecommissie.

Studie

De studie zal binnenkort gepubliceerd worden.