Gedaan met laden. U bevindt zich op: Dossiers met bouw, gesubsidieerde infrastructuur of gecombineerde dossiers Uitvoering

Dossiers met bouw, gesubsidieerde infrastructuur of gecombineerde dossiers

We informeren u in dit luik over de uitvoering van sociale woningbouw en van gesubsidieerde infrastructuuraanleg door de woonmaatschappijen. Voor gecombineerde dossiers van woningbouw én infrastructuuraanleg, leest u telkens in de mededeling waar het verschil met een ‘apart’ dossier zich situeert. 

Enkele vuistregels voor de interpretatie van deze inhoud
  • De bepalingen zijn geldig voor alle opdrachten groter dan 30 000 euro, tenzij anders vermeld.
  • De reglementering wordt grotendeels gevormd door het KB van 14 januari 2013(opent in nieuw venster) en het bijzonder bestek VM/B 2013 (voor opdrachten die werden bekendgemaakt van 1 juli 2013 tot 30 juni 2017) of VM/B 2017 (voor opdrachten die werden bekendgemaakt vanaf 30 juni 2017). Tenzij anders vermeld zijn de geciteerde artikels dan ook uit dat KB afkomstig.
  • De vermelde bedragen zijn altijd zonder btw.
  • De vermelde termijnen zijn uitgedrukt in kalenderdagen.
  • Ook interessant: prijsherzieningstabel(opent in nieuw venster)

Start van de werken

De start van de werken voor gecombineerde dossiers is hetzelfde als bij een klassiek bouwdossier. Het enige grote verschil is dat bij een gecombineerd dossier slechts één bestelbrief wordt opgemaakt en één borgtocht gesteld wordt voor de totaliteit van de opdracht.

Betalingen

Van zodra de uitvoering van de werken zodanig is gevorderd dat ze recht geeft op betaling, maakt de aanbestedende overheid hiervan een proces-verbaal op. De aannemer dient een schuldvordering in zodat hij betaald kan worden.

De betaling van de werken gebeurt ofwel eenmalig na volledige uitvoering ofwel met betalingen in mindering naargelang de uitvoering vordert en volgens de modaliteiten uit het bijzonder bestek VM/B 2013/2017. De enige uitzondering geldt voor kleinere opdrachten onder 30.000 euro, gegund tegen factuur.

Nieuwe betalingsregels vanaf 1 januari 2025 (artikel 95, §2 en §3)

De betalingsregels voor overheidsopdrachten worden gewijzigd en zullen ingaan vanaf 1 januari 2025. Volgens de nieuwe regeling in het KB Uitvoering moeten zowel het nazicht (= verificatie) als de betaling binnen één behandelingstermijn van 30 dagen gebeuren. De huidige regeling waarbij standaard een verificatietermijn van 30 dagen en een daaropvolgende betalingstermijn van 30 dagen geldt, vervalt. Slechts in uitzonderlijke gevallen blijft een maximale termijn van 60 dagen mogelijk.

Omdat de betalende instantie (VMSW) verschilt van de aanbestedende overheid (woonmaatschappij) zijn er twee momenten van controle van de verschuldigde bedragen. Om die reden is een afwijking op de algemene regel dus vereist door de aard van de opdracht. Vandaar dat we ons modelbestek VM/B 2017 hebben aangepast met de nodige clausule zodat u als woonmaatschappij over een behandelingstermijn van 60 dagen beschikt.

Heeft u opdrachten in voorbereiding die u pas vanaf 1 januari 2025 lanceert en waarvoor u het VM/B 2017 niet gebruikt? Hou dan bij de opmaak van de opdrachtdocumenten nu al rekening met de nieuwe regels.

De algemene werkwijze voor betalingen van klassieke bouwdossiers kunt u ook toepassen bij gecombineerde dossiers.

Hou wel rekening met onderstaande punten, bij betalingsaanvragen voor gecombineerde dossiers:

  • De betalingsaanvragen (eba’s) voor gecombineerde dossiers verlopen apart door de verschillende subsidies en btw’s. U stelt dus twee eba’s op en elke maand worden twee vorderingsstaten opgesteld, elk voor hun aandeel (bouw of infrastructuur).
  • De eba’s dient u in onder het verrichtingsnummer van het betreffende aandeel.
  • Bij de ‘opmerkingen’ van de eba’s noteert u dat het over een gecombineerd dossier gaat en u voegt het verrichtingsnummer van het andere aandeel bij.

Verrekeningen

Het opmaken van verrekeningen is een administratieve vereiste bij overheidsopdrachten wanneer er een wijziging van de werken plaatsvindt zonder het houden van een nieuwe plaatsingsprocedure. De verrekening maakt u op voor de uitvoering van de werken.

    Voor elke wijziging, ongeacht het toepassingsgeval waarop u beroep doet, maakt u een verrekening op. Ook voor wijzigingen die geen prijsconsequentie (= nuloperatie) met zich meebrengen.

      Hieronder leest u meer over de praktisch kant van een verrekening opstellen (bestelprocedure, eenheidsprijzen, problemen met de aannemer, etc.), over het afrekenen van vermoedelijke hoeveelheden, en wat niet thuishoort op een verrekening.

      Om verrekeningen op te stellen voor gecombineerde dossiers volgt u dezelfde werkwijze als bij klassieke bouwdossiers. Hierbij houdt u rekening met de volgende zaken:

      • VA1 en VA2’s voor gecombineerde dossiers stelt u voor elk aandeel apart op. Bijvoorbeeld: wanneer u overgaat tot de afrekening van vermoedelijke hoeveelheden, stelt u voor de bouwposten een VA1 op en een aparte VA1 voor de infrastructuurposten.
      • Hoewel u dezelfde formulieren gebruikt als bij de klassieke bouwdossiers, duidt u zowel in de titel van het bestand, de titel van het document zelf, en in de hoofding (rij 3 en 4) aan over welk aandeel het gaat.

      De infrastructuurwerken (bv. onderhoud) worden vaak besteld onder vermoedelijke hoeveelheden. Wanneer duidelijk is hoeveel de precieze uitgevoerde aantallen zijn, zullen de vermoedelijke hoeveelheden eerst verrekend worden via een VA1, waarna kan overgegaan worden tot de voorlopige oplevering van de onderhoudswerken.

      Voor gecombineerde dossiers, deze VA-formulieren:

      VA1 2017: afrekening van vermoedelijke hoeveelheden (.xlsm - 121 kB)(opent in nieuw venster)

      VA2 2017: wijziging aan de opdracht (.xlsm - 105 kB)(opent in nieuw venster)

      Problemen bij uitvoering